Deel 8 – Paragliden

Dag 62 – zaterdag 18 juni – Hittegolf

De airco in de hut van Corsica Linea staat afgesteld op standje vriezen, waardoor we vannacht onder een heus dekbed hebben kunnen slapen en we wakker worden met droge, rode ogen. Een Franse stem ratelt door de intercom dat we de kust van Frankrijk naderen, van de rest van de boodschap kunnen we niets verstaan. Ik steek mijn hoofd om de deur en zie overal al mensen druk heen en weer lopen met bagage, maar als ik aan een lid van de bemanning vraag of we al naar de auto moeten, zegt ze dat we tijd genoeg hebben en het nog zeker een half uur duurt voor we aanmeren en dan nog een half uur voor we van boord mogen. Dus gaan we nog even liggen soezen in bed.

Rond zeven uur rijden we de boot af en komen in de haven van Marseille. We rijden door zo goed als verlaten straten, de winkels zijn nog afgeschermd met een rolluik. Marseille is een mooie stad en ik zou er best rond willen kijken, maar het is zelfs nu al warm en het kwik gaat hier in de loop van de dag de veertig graden aantikken, dus rijden we door naar Laragne Montéglin dat in de Haute-Alpes in Zuid-Frankrijk ligt en wat een waar vliegparadijs schijnt te zijn voor ervaren paragliders. Volgende week is hier het Chabre-open; een vliegwedstrijd voor gevorderde piloten die hier hun kennis en kunde willen laten zien.
Het landingsterrein is op de camping die dan ook vooral paragliding piloten herbergt. Het staat er flink vol met tentjes en busjes, want er is een internationale paragliding groep aan het vliegen.
We vinden nog een plekje voor onze bus naast twee Belgen met een tent. Hij heeft aan deltavliegen gedaan maar is er een aantal jaren geleden mee gestopt. We horen dat er gisteren een dodelijk ongeluk is geweest op de camping. Een piloot kreeg op twintig meter boven het landingsterrein een flinke inklapper met twist en is met zijn hoofd op de spoorbaan – die pal naast de camping ligt – geknald. Ik laat de informatie niet tot me doordringen, blok dit soort nare berichten over paragliding zoveel mogelijk af, anders heb ik geen leven met een aan paragliding verslaafde man.

Zelfs in de schaduw is het met zevenendertig graden niet goed uit te houden en we zoeken verkoeling in het kleine zwembad van de camping. Maar als we het kleine stukje van het zwembad naar de camper lopen zijn we alweer oververhit. Pfff. Ik ben de warmte wel een beetje beu. Je kunt zo weinig ondernemen met deze hitte. Eigenlijk zitten we de dag een beetje uit. Door de hitte zijn we allebei een beetje kribbig. Op het terras met zicht op het paraglidingveld eten we een ijsje en verdiept Frans zich in de vliegmogelijkheden. Hij zet zijn naam op de lijst voor morgen voor het transfer busje dat piloten naar de start brengt. Dat is in ieder geval geregeld.

Onze camper staat onder een kersenboom waar voortdurend overrijpe kersen uitvallen. Het is dan ook al snel een vieze bende in de camper, omdat de kersen onder onze schoenen blijven plakken en we alles vies lopen.

Dag 63 – zondag 19 juni – Teleurstelling

Frans heeft niet vaak geluk met het weer als hij wil vliegen. In Italië was er onweer, op Corsica waren er verraderlijke windstoten en nu blijkt het in Laragne Montéglin – de plek waar je driehonderd dagen per jaar kan vliegen – te hard te waaien. Vandaag is het wederom geen vliegdag en daar is Frans best wel teleurgesteld over. Dus zitten we sip naast elkaar in de hitte. Wat gaan we dan doen?
Als eerste regelen we een cabin met airco, die waren gisteren nog allemaal bezet, maar eind van de middag komt er één vrij en kunnen we eindelijk lekker koel zitten. Ten tweede ontmoet Frans op het terras een jonge jongen die ontzettend veel van paragliding af weet en als beroep ‘vliegmentor’ is. Hij begeleidt gevorderde piloten om nog beter te worden, om beter te kunnen thermieken, om kennis op te doen van windsystemen, nieuwe verfijnde technieken te leren en nog veel meer. Hij is deze week beschikbaar en dat is precies wat Frans nodig heeft; iemand die hem wegwijs maakt in dit gebied. Een persoonlijke coach die hem leert om nog beter te vliegen.
Ten derde arriveert Frank, een vliegvriend van Frans, die hier volgende week meedoet aan het Chabre-open en deze week moet werken en de cabin met ons deelt.

Eind van de middag gaan we naar Gorges de Meou om te zwemmen in het riviertje de Meou. Via een eng pad vol los grint dalen we af naar de rivier met zijn zacht aanvoelende rotsen. Het beetje water wat nog in de rivier staat is echter nauwelijks koel te noemen, al vinden de Fransen het ‘tres, tres, froid’. Overal zitten mensen met stoeltjes en eten en drinken in de rivier. Het is hun zondagse uitje en één van de weinige manieren om nog wat verkoeling te vinden.

Als Frank rond half acht arriveert – rechtstreeks uit Slovenië – heb ik voor ons drieën een Hollandse pot met bloemkool, aardappelen, worstjes, komkommer en kaas klaar staan.

En zo eindigt de dag toch nog opgetogen.

Dag 64 – maandag 20 juni – Eindelijk dan toch vliegen

Frans vertrekt na het ontbijt naar zijn vliegmentor. Ze gaan vandaag omhoog naar de start en Frans zal eindelijk een vlucht kunnen maken.
Ik zit samen met Frank in het huisje met de airco op vierentwintig graden. We zitten allebei met een laptop op schoot te werken, rond één uur lunchen we samen buiten op ons terrasje onder het afdak, waar het echt knetterwarm is.
Ik stop ons beddengoed waar we nachten in hebben liggen zweten en dat vol stof en zand zit in de wasmachine. Frank die erg lang is, spant een waslijn tussen twee bomen en hangt de was te drogen in de zon.

Frank kan op zijn apparatuur zien dat Frans is geland. Ik loop naar mijn lief toe, die straalt van oor tot oor. Hij is nog wat aan het ‘ground-handlen’ met zijn scherm. Hij heeft heerlijk gevlogen! En hij heeft heel veel informatie gekregen en heeft heel veel geleerd. Ik ben blij voor hem. Eindelijk heeft hij dan toch kunnen vliegen.

’s Avonds wandelen we het kleine dorpje in waar op maandag alles gesloten blijkt te zijn behalve de Vietnamees. Op een terras naast de fontein op het dorpsplein strijken we neer en laten allerlei lekkere gerechten aanrukken. Het is vrij onduidelijk of we ook de gerechten krijgen die we denken besteld te hebben, maar het is erg smakelijk. Vanaf acht uur ’s avonds wordt de temperatuur heerlijk. We drinken nog een drankje op ons terrasje bij de cabin.

De slaapkamer in de cabin is warm en benauwd, eigenlijk is het een klein stinkhok, en daarom besluit ik rond een uur of twee ’s nachts om te kijken of het in de camper koeler is. Als ik de deur van het huisje open, ruik ik rook. In de camper zelf ruikt het nog sterker naar rook. Shit, zou er ergens brand zijn? Een bosbrand? Moet ik de brandweer bellen? Ik kijk om me heen, maar zie nergens vuur. De hemel is nog vol sterren en ik zie geen rook. Ik ruik het alleen sterk. De camping is verlaten. Blijkbaar ben ik de enige die het ruikt. Ik besluit dan maar om toch weer in het huisje te gaan liggen, waar de mannen zorgeloos liggen te ronken. Ik durf niet echt te gaan slapen. Elk half uur loop ik even naar buiten om te ruiken of de stank erger is geworden. Na anderhalf uur is de lucht weer fris en kan ik ook weer lekker gaan slapen.

Dag 65 – dinsdag 21 juni – Poes

’s Ochtends wandel ik samen met Frans naar één van de vier bakkers die het kleine dorpje rijk is. Het is alweer flink heet en de zon brand op mijn huid. Na een ontbijt met stokbrood gaat Frans naar zijn vliegmentor en gaan Frank en ik weer in het huisje zitten, lekker bij de koele airco, met de laptop op schoot om te bloggen en te werken.
Ineens komt er een treurig uitziende poes aangewandeld. Ze loopt moeilijk en haar vacht ziet er dof en slecht verzorgd uit. Ik bied haar een bakje water aan, maar daarin heeft ze geen interesse. Zelfs het plakje ham dat ik haar geef, eet ze in eerste instantie niet op. Later als Frank en ik samen zitten te lunchen komt ze opnieuw langs en dan eet ze alsnog, heel moeizaam, de ham op.
Consequent als ik ben, wil ik haar eerst niet binnen in de cabin hebben, maar als ze toch naar binnen gaat aai ik haar als ze mijn laptop kopjes geeft en om aandacht vraagt. Frank ik ook een dierenvriend en ook bij hem gaat ze op de laptop zitten, zodat zijn werk in de war komt.

Vandaag verdiep ik mij in een spannend boek, Frans kan vanwege te harde wind helaas niet vliegen, maar heeft wel een super interessante dag, omdat de vliegmentor hem heel veel nieuwe informatie over het gebied geeft en veel kennis met hem deelt.

’s Avonds komen we toevallig de Belgische buren tegen bij het restaurant waar we gaan eten. We schuiven bij elkaar aan en raken vrij snel aan de praat over Oekraïne. Zij hebben een vluchteling uit Oekraïne in huis genomen; ze delen hun keuken en badkamer met hem. Hij kan gelukkig goed Engels en vertelt veel over zijn land. Ik vind het bewonderenswaardig dat ze een vluchteling hebben opgenomen in hun huis, zelf heb ik het ook overwogen, maar ik denk toch dat ik kribbig zou worden als ik onze badkamer en keuken een half jaar met een vreemde man zou moeten delen. Het roept wel vragen op hoe verwend en gastvrij we in Nederland eigenlijk zijn.

We praten ook over kanker, omdat de zus van de Belgische dame darmkanker heeft. Als ik haar vertel over mijn boek ‘Aangenaam leven met kanker’ en dat ik daar lezingen over wil geven, is ze enthousiast en moedigt me aan dat zeker te doen, omdat er volgens haar veel behoefte aan is. De volgende dag vertelt ze dat ze mijn boek besteld heeft, om aan haar zus te geven. Dat vind ik een groot compliment en maakt me blij.

Dag 66 – woensdag 22 juni – Regen

Al snel betrekt de blauwe lucht en komen er steeds meer grijze wolken vanachter de bergketen vandaan. Dat wordt geen vliegen vandaag en Frans zijn gezicht betrekt net zo snel als de blauwe lucht.
De regen plenst op het golfplaten dak, omdat het nog steeds aangenaam van temperatuur is zit ik buiten te lezen en te bloggen. Ik loop flink achter met mijn blog, omdat ik op Corsica niets heb geschreven. Vandaag kan ik eindelijk deel zeven publiceren.

’s Avonds eten we bij een pizzeria samen met Frank en een andere vlieger die met de Chabre open mee doet.

Dag 67 – donderdag 23 juni – Vervelen

Ik heb niet veel zin om iets te ondernemen, dat komt ook omdat het vandaag wederom regent. Ik merk dat ik klaar ben om verder te gaan. Frans is met een klein groepje, een beetje tegen beter weten in naar een ander vlieggebied gereden om te kijken of daar wel gevlogen kan worden. Eind van de middag komt hij bozig terug: weer niet kunnen vliegen. Een hele week gereserveerd voor het paragliden en slechts één dag een beetje kunnen vliegen.

Ik heb mijn boek uit en hoewel het een spannend boek is, is het einde teleurstellend en daarom ervaar ik een beetje een leeg gevoel.

Gelukkig gaan we morgen op naar een nieuwe fase in de reis.

Dag 68 – vrijdag 24 juni – Lyon

Al snel nadat we afscheid van Frank hebben genomen en over de bergpas rijden, barsten de zwarte wolken die al een tijdje dreigend boven het dal hangen, los. Het water verandert de weg in een bergstroompje en een hele tijd rijden we slechts stapvoets door de bergen.
Rond een uur of drie arriveren we op stadscamping Les Barolles in Lyon. Het is na al die mooie natuurcampings even wennen om weer op een bak grint te staan tussen de megacampers. Tot onze verrassing zegt de jonge campingeigenaar dat de camping dit weekend bomvol zit als we hem vertellen dat we niet hebben gereserveerd. Maar na een praatje weet hij toch nog een plekje voor ons te vinden.

Frans heeft de fietsen al afgeladen, want ik had gelezen dat je Lyon goed per fiets kunt verkennen omdat er overal fietspaden zijn aangelegd. De campingeigenaar raadt het ons echter af: we zullen zeven kilometer over een redelijk grote weg moeten fietsen om het centrum te bereiken en de hoogtepunten van de stad liggen letterlijk op hoogte en dat is flink klimmen. We volgen zijn advies op en gaan met de stadsbus naar het centrum.

Lyon blijkt een mooie oude stad gelegen tussen twee rivieren: de Rhone en de Saone die aan de zuidpunt van de stad samenvloeien tot één rivier. We slenteren langs statige panden, gezellige pleinen en drukke winkelstraten naar één van de vele bruggen die ons naar het oude deel van de stad brengen met kronkelstraatjes en veel hoogteverschillen. Eerst bezoeken we de kathedraal die aan de oever van de Rhone ligt, daarna klimmen we naar de basiliek die helemaal op de top van een berg ligt met een prachtig uitzicht over de stad. Ik vraag me af wat het verschil is tussen een basiliek en een kathedraal. Frans zoekt het voor me op. Een kathedraal is een van oorsprong religieus gebouw, een basiliek behoorde toe aan de koning en was verbonden met handel en rechtspraak, pas later werd het een religieus getint gebouw.
De basiliek van Lyon heeft enorme schilderijen van mozaïek waarmee bijna alle wanden zijn bedekt. De uitstraling is licht en vrolijk door de gekozen kleuren van mintgroen, zachtblauw en goud. Er is net een mis aan de gang en we zitten een tijdje in één van de banken om alles in ons op te nemen. Bij een terras met uitzicht op de stad en de rivier nemen we een sirope de l’eau, daarna wandelen we via de rozentuin en de hortus terug naar de rivier. In het oude stadsdeel met kronkelende straatjes vinden we een Marokkaans restaurant waar ze heerlijke tahin gerechten serveren.

Op aanraden van de campingeigenaar gaan we naar hotel de ville; een oud kloostercomplex dat nu restaurants, winkels en een aantal hotels herbergt. Tussen de kloostergangen en kerktorens doorlopend zien we terrasjes, wordt muziek gespeeld en hangen kunstvoorwerpen. De nieuwe functies zijn heel mooi ingebouwd terwijl de oude gebouwen in stand zijn gebleven, dat geeft een heel aparte sfeer. Er hangen intrigerende foto’s van dansende mensen die in de lucht lijken te zweven.
Als het al bijna donker is proberen we de bus terug naar de camping te pakken. Maar waar is de bushalte? We vragen het een vriendelijke buschauffeur die ons gebaart in te stappen en hij rijdt ons naar de voor ons goede instaphalte. Zo fijn als mensen vriendelijk zijn en met je meedenken.

Op de camping wordt ergens housemuziek gedraaid. Frans negeert het geluid en valt vrijwel direct in slaap, ik kan me echter niet over het gebonk en gedreun heen zetten. Als ik eindelijk de moed heb verzamelt om op zoek te gaan naar waar de muziek vandaan komt en de veroorzakers van de herrie te vragen of het wat zachter kan, rijdt er een auto weg en is het ineens stil.

Lyon een mooie, gezellige oude stad; zeer geschikt voor een citytrip.

1 reactie

Laat een reactie achter bij SaskiaReactie annuleren