Zussenuitstapje

Alphen aan de Rijn – camping Duinhorst Wassenaar

Op een zondagochtend eind augustus kwam mijn zus Brigit met de auto naar Doetinchem. Terwijl mijn zus en ik mijn trekkingbike op de fietsendrager bevestigden, sjouwde haar zoon mijn zes fietstassen die al buiten bij de voordeur klaarstonden naar de auto om ze op de achterbank te leggen. Wat een enorme bult bagage voor een uitje van drie dagen en dan was ik voor mijn gevoel nog sober geweest met spullen meenemen.
We brachten mijn neef naar het paraglidingveld in Zeddam waar hij Frans zou helpen met het terugbrengen van de lierlijnen. Wij reden samen kwebbelend naar Alphen aan de Rijn voor een driedaagse fietstocht: de LF route langs kust en buitenplaatsen.
Toen we het parkeerterrein opreden begon het net te regenen uit een donkere wolk die zich precies boven ons had gepositioneerd. Op buienradar zagen we dat het weldra droog zou zijn. We vulden de tijd met verder kletsen over de nieuwe baan van mijn zus. Eenmaal droog, reed mijn zus de auto naar een woonwijk om hem daar te parkeren en bleef ik op het verlaten terrein achter met alle bagage en twee fietsen. Ik knutselde zo goed en zo kwaad als het ging mijn zes tassen op de fiets: twee grote fietstassen achter, mijn twee oudjes aan het voorwiel, een rode zak met tent en slaapzak op de bagagedrager en dan nog een tas aan het stuur. Mijn zus was minder zwaar beladen met twee fietstassen en een plastic zak voor de tent.
Het duurde nog een hele tijd voor we uiteindelijk vertrokken. Eerst zocht ik een tijd verwoed naar mijn tweede bidon. Maar hoe ik alle tassen ook uitspitte geen bidon te vinden. Waarschijnlijk was deze gevuld met vers water op het aanrecht in Doetinchem achtergebleven. Om toch voldoende water mee te kunnen nemen, nam mijn zus een grote waterfles mee.
Al snel kwam ik er achter dat mijn fiets niet evenwichtig bepakt was. Het stuur trilde en al snel schommelde de fiets gevaarlijk op en neer. Dus eerst maar weer de spullen herpakken. Toen dat voor elkaar was, bogen we ons over de route. Hoe kwamen we bij het beginpunt van de route? We moesten ons even oriënteren voor we de juiste richting hadden gevonden en toen kon de fietstocht eindelijk beginnen.
Het was druk in het centrum van Alphen aan de Rijn. We voegden ons bij de vele fietsers voor de geopende brug en wachten terwijl de schepen voorbij voeren. Moeizaam zette mijn rijwiel zich in beweging. Ik had het gevoel alsof ik op een tanker aan het fietsen was en had moeite met bochten nemen.
Al snel kregen we honger en parkeerden we onze fietsen tegen een bankje in een park waar we lunchten met crackers, gekookte eieren, een bakje salade en fruit. We giechelden dat we nauwelijks twee kilometer hadden gefietst voor de eerste pauze en dat we anderhalf uur nodig hadden gehad om de bagage op de fiets te krijgen. Maar nu kon de fietstocht echt beginnen. Mijn voortassen waren alweer wat lichter nu de eieren, de salade en het fruit eruit waren.
Het landschap in de drukke Randstad was verrassend mooi. We fietsten langs groene weides en sloten en vaarten met waterlelies en talrijke witte bruggetjes, die telkens weer een flinke aanzet van mijn benen vroegen om erover heen te komen. Weids en waterrijk. Slingerend over dijkjes, fietsend langs sloten, met in de verte torenhoge gebouwen van de steden die het Groene Hart waar we doorheen fietsten omringden.
We hadden ons erg verheugd op de vele fraaie landgoederen en buitenplaatsen die we volgens de routebeschrijving via een klein ommetje op de route onderweg zouden tegenkomen. Maar dat viel een beetje tegen. We konden de landgoederen namelijk niet vinden. We hadden al een flink aantal kilometers omgereden om een vijftal landgoederen te bewonderen, toen mijn zus er helemaal genoeg van had om nog langer door de drukte te manoeuvreren en voorstelde om die landgoederen maar te laten voor wat ze waren en terug te keren naar de originele route. Toen zagen we echter bordjes met kasteel Duivenvoorde. Dus wij toch maar de lange laan naar kasteel Duivenvoorde ingeslagen. Helaas was het terrein van het kasteel niet voor fietsers toegankelijk en moest je als je verder wilde entree betalen. En zo keerden we teleurgesteld om. Nog geen glimp van een kasteel of landgoed hadden we gezien. Onze teleurstelling wegtrappend letten we niet op de route, totdat we ons ineens realiseerden dat we al wel heel lang geen bordjes hadden gezien.
Ja. We waren inderdaad te ver doorgefietst. Via een knooppuntenbord maakten we een alternatieve route naar de camping die we hadden gereserveerd. Het bleek een verrassend mooi stukje. We slingerden tussen oude bomen door en kwamen langs de achterzijde van landgoed Duivenvoorde (nog steeds geen glimp van het kasteel te zien).
De camping was groot met een soort atletiek baan in het midden; een groot ovaal grasveld met daaromheen een verhard pad waaraan een zwembad, fitness apparaten, het sanitairgebouw en het restaurant. Na een rondje over de camping te hebben gefietst, vonden we een plekje op een klein veldje. Rustig bij wat andere tentjes dachten we.
Het was alweer ruim een jaar geleden dat ik mijn tentje voor het laatst had opgezet en ik moest echt even nadenken hoe ik dit ook alweer moest doen. Toen we op de camping aankwamen had ik nog zin gehad om in het zwembad te plonzen, maar nu het tentje stond en alles had klaargelegd voor de nacht, merkte ik dat ik best moe was.
Bij de muntautomaat buiten aan het sanitairgebouw wisselden we euro’s om voor douchmuntjes. Maar waar moest dat douchmuntje nou in? Ik stond al uitgekleed onder de douche, maar kon nergens iets ontdekken om het douchmuntje in te stoppen. Ik trok mijn kleren weer aan. Bij de wasbakken stond een groep pubermeisjes hun haren te föhnen. Eén van hen wees me op een automaat in de hal waar ik het nummer van mijn douche moest intoetsen en waar ik dan vervolgens het muntje in kon doen. Wat een omslachtig gedoe! De douche zelf maakte veel goed. Het warme water spoelde mijn zweet weg en ontspande mijn spieren. Nu wilde ik nog maar één ding. Eten.
Het restaurant zat vol. Maar er was ook een snackbar waar je pizza’s kon bestellen. Mijn zus en ik streken neer in de snackbar, die eruit zag als een kantine in een sportcomplex. Er zat verder niemand. We bestelden een pizza die we samen deelden. De eigenaar stak een kaarsje voor ons aan. We zaten warm en droog en bestelden nog een frietje dat we ook samen deelden. Het was al donker toen we onze maaltijd afsloten met koffie en thee. Moe maar voldaan dook ik mijn tentje in.

Het plekje bleek niet zo rustig als we hadden verwacht. Ergens in de buurt lagen twee giechelende, schreeuwende, lachende kinderen in een tentje. Het klonk alsof ze pal naast mijn oor lagen. Toen de kinderpret wat was afgenomen arriveerde het gezin van de wat grotere tent aan de andere kant naast ons. Ze praatten luidruchtig en net toen ik dacht dat het wat rustiger werd, begon hun peuter woest te huilen. Nijdig was hij. Boos sloeg de kleine man om zich heen, terwijl hij luidkeels brulde. Uiteindelijk ben ik blijkbaar toch gewoon in slaap gevallen, want de volgende ochtend werd ik wakker van de zon die op mijn tent scheen.

Camping Duinhorst in Wassenaar – natuurkampeerterrein De Ruigenhoek in Noordwijk

We ontbijten met crackers met kaas, pindakaas en oma’s zelfgemaakte jam. De kleine waterkoker zorgt voor warm water voor thee en koffie. Op ons dooie gemakje breken we de tentjes af en pakken onze bagage in.
Ik probeer de nieuwe fiets van zus uit. Deze is natuurlijk een maatje te groot voor mij, maar hij fietst wel lekker. Mijn zus is er heel blij mee. Al krijgt ze wel last van zadelpijn van het harde zadel.
We overwegen om een bezoek te brengen aan museum Voorlinden, een museum met schilderijen en beelden, dat net om de hoek van de camping ligt. Maar de zee en het strand lonken. We willen fietsen. De natuur in. Het is een stralende dag. Vandaag fietsen we door de duinen en natuurgebied Meijendel. Het is klimmen en dalen, maar ik ben alweer wat meer gewend aan fietsen met bepakking. Bij een uitkijkpunt zetten we onze fietsen tegen het houten hek en klimmen de trap op. We worden beloond met een uitzicht over zee, een binnenmeer en de weidse omgeving. We eten een appel en kijken een tijdje naar de vele watervogels die hier actief zijn.
In Katwijk aan zee lunchen we op een terrasje. Het is nog wat vroeg, maar we hebben al trek en zo’n leuk plekje kom je niet overal tegen. We vervolgen onze tocht langs de kust omhoog naar Noordwijk, Noordwijkerhout en De Zilk om uiteindelijk bij natuurkampeerterrein De Ruigenhoek uit te komen. De camping wordt gerund door vrijwilligers en heeft allerlei regels. We krijgen een blaadje mee met ‘wat er van ons als gasten wordt verwacht’, zoals de vrijwilligster meldt die ons het plekje voor onze tentjes aanwijst. Het hele veldje is leeg, maar toch moeten wij onze tentjes op het aangewezen plekje opzetten. En dan ook nog liefst dicht bij de rand, zodat het middenstuk openblijft. Pfff. We parkeren onze fietsen tegen het houten hekje en beginnen in de volle zon onze tentjes op te zetten. Ik heb het al snel bloedheet en worstel om mijn buitentent over mijn binnentent te krijgen. Het lijkt alsof mijn buitentent is gekrompen en te klein is geworden voor de binnentent. Het helpt ook niet mee dat de haringen er in het losse duinzand telkens weer uitvliegen. Mijn zus komt me helpen. We proberen verschillende manieren om de buitentent opgezet te krijgen, maar hij blijft te klein. Nou ja, dan moet het maar zo.
We pakken onze strandspullen en fietsen naar zee. Het water is kalm. Er zijn nauwelijks golven. Maar het is wel lekker verfrissend. Heerlijk om weer eens aan zee te zijn. Als de avond valt bestellen we eten en een witte wijn bij een leuke strandtent. We zijn als zussen weer eensgezind: allebei zeeduivel op ons bord. Daarna fietsen we terug naar de camping waar het gezellig druk is. Het hele veld is gevuld met kleine tentjes en overal staan fietsen. We zitten nog een tijdje naar de sterren te kijken met een kopje thee. Het is een heerlijke avond.

De Ruigenhoek in Noordwijk – Alpen aan de Rijn

Als we wakker worden staat de zon alweer aan de blauwe hemel te stralen. We ontbijten zittend op de grond, smeren ons in met zonnebrand en stappen weer op onze fietsen. Vandaag fietsen we langs bloembollenvelden vol kleurige dahlia’s en langs de Kagerplassen. In het pittoreske Warmond stoppen we bij Grand Café de Oude School voor taart met koffie. Daarna gaat de tocht verder door het centrum van Leiden met z’n stervormige gracht, de oude ophaalbruggen, de molens, de hortus botanicus en het woonhuis van de vader van mijn zwager.
We fietsen Leiden uit langs de vaart met huizen pal aan het water en langs grote schepen. Bij een supermarkt doen we even wat inkopen voor de lunch: een quiona salade en watermeloen. Met uitzicht op de weilanden slaan we ons picknick kleed uit en laten ons achterover in het gras vallen. We zitten onder de bomen, want het is flink warm vandaag.

Het is wat zoeken naar de route die niet overal even goed staat aangegeven. Een aantal keren zitten we verkeerd en we missen het stuk over de Langeraarse plassen. Balen. Maar het is niet anders. We vinden hierdoor wel onverwacht een waterpomp waar we onze bidons kunnen vullen. We komen op verrassende dijkjes en door onverwachte bomenlaantjes in het verder vlakke landschap. We houden nog eenmaal pauze op een mooi plekje met brede houten banken waar we even een tukkie op doen voor we aan de laatste etappe naar Alphen aan de Rijn beginnen.

De auto staat er nog gelukkig. We verwisselen onze bezwete kleren voor een schone outfit en laden de fietsen achterop de auto. Net na de file koersen we richting Doetinchem waar Frans een lekkere maaltijd voor ons klaar heeft staan.

Tevreden nemen we afscheid. Fijn zo’n zussenuitstapje.  

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *