Wibi Soerjadi

Wanneer ik de oprijlaan van villa Peckedam oprijd, staat de dalmatiër van Wibi Soerjadi in de deuropening. De zwart-wit gevlekte hond lijkt zo te zijn weggelopen uit een Disneyfilm. Uit zijn keel komt een voorzichtig blafje, dat mij de indruk geeft dat hij me eigenlijk enthousiast welkom wil heten, maar zich net op tijd realiseert dat het zijn taak is om het landgoed van zijn baasje te verdedigen.

Ik ben een half uur te vroeg. Voorzichtig schiet ik wat plaatjes van de buitenlands aandoende villa. Op het gras voor het huis staan een oude Mercedes Benz, een lichtblauwe Jaguar en een schattig wit autootje, waarvan ik het merk niet ken. Naast muziek heeft Wibi een liefde voor oude auto’s. Ik wandel wat door de parkachtige tuin en ga dan op het trapje voor de voordeur zitten met mijn gezicht in de zon.
Precies op tijd arriveert mijn vriend Huub. We zijn de eerste gasten voor het concert ‘Wibi at the movies’, dat Wibi Soerjadi vandaag geeft in de salon van zijn landhuis. We zijn extra vroeg gekomen.  Allebei willen we graag vooraan zitten, zodat we goed zicht hebben op de handen van Wibi als hij piano speelt. Dus posteer ik me voor de deuren van de salon. Naast me staat een meisje met een goudkleurig jurkje aan enthousiast te vertellen over alle concerten van Wibi die ze al heeft bezocht.
Wanneer de deuren van de salon worden geopend stap ik als eerste naar binnen en wandel resoluut naar de eerste rij. Ik kies de plaats uit die het beste zicht geeft op de toetsen. Het meisje in het gouden jurkje komt naast me zitten. Aan de andere kant van mij zijn nog twee stoelen vrij, waarvan ik er één vrijhoud voor Huub, zodat hij ook een goede plaats heeft.
Even later komt er een dame met een rood jasje aan, die voor ons blijft rond drentelen. Het is duidelijk dat ze ook graag op de eerste rij wil zitten. Zuchtend en steunend blijft ze voor ons staan om dan uiteindelijk in het hoekje naast Huub plaats te nemen. Ze zegt iets tegen Huub,  maar ik zit net te ver weg om het echt te kunnen verstaan. Uit haar lichaamstaal denk ik echter op te maken dat ze van plaats wil ruilen. Ik kijk weg en doe net of ik niets in de gaten heb. Dan hoor ik haar met een buitenlands accent  pruilend zeggen: ‘ik zit hier in de hoek en dat vind ik niet fijn.’ Waarom zou ik met haar willen ruilen, ik zit ook liever niet in de hoek, denk ik enigszins verontwaardigd. Bovendien hoeft ze niet in de hoek te gaan zitten, er zijn nog genoeg andere plaatsen vrij. Ik vraag me af of ze een speciale relatie heeft met Wibi. Zou het misschien zijn moeder zijn? Maar dan zouden er toch wel plaatsen zijn gereserveerd? Ik heb nergens bordjes met ‘gereserveerd’ gezien.
De gastvrouw komt naar ons toe en vraagt iedereen op de eerste rij een stukje op te schuiven. Ze organiseert het zo dat de dame in het rode jasje tussen mij en het meisje met het gouden jurkje in komt te zitten. Waarom deze hooghartige dame zo’n voorkeursbehandeling krijgt is mij een raadsel.

Dan komt Wibi de salon binnen. Hij draagt een donkere blouse die nonchalant over zijn zwarte spijkerbroek hangt. Ik vind hem er anders uitzien dan twee weken geleden. Volwassener. Meer ontspannen ook. Of zou dat komen, omdat ik hem nu al enigszins ken?
Twee weken geleden zaten Huub en ik ook in deze salon. Alleen was het toen donker, droeg Wibi een chique kostuum en speelde hij een concert van Franz Liszt. Hij maakte toen op mij een zenuwachtige indruk, gebaarde druk met zijn armen, depte voortdurend zijn gezicht met een papieren zakdoekje en liet in iedere zin wel een aantal maal het woordje ‘uhm’ horen. Ik vond hem er toen ook zo jongensachtig uitzien. Hij had iets vertederends, een kinderlijke onbevangenheid die me ontroerde. Ik weet nog dat hij plaatsnam op het fluwelen krukje achter de vleugel en zijn ogen sloot. Op het moment dat hij ging zitten, leek hij in een soort trance te komen. Een diepe rust daalde over hem neer. Een moment zweefden zijn handen in de lucht, zijn polsen hoog gebogen, toen gleden zijn vingers uiterst sierlijk, maar trefzeker over de toetsen. Hij had grote handen, zag ik. Met lange, witte vingers. Door zijn handen, meer nog dan door de klanken, kwam de muziek voor mij tot leven.

Een aantal dagen tevoren was ik gebeld door zijn assistente met de mededeling dat het programma van het concert waarvoor ik kaartjes had gekocht was veranderd. In plaats van het toegankelijke concert met filmmuziek zou Wibi een concert van Franz Liszt spelen. Maar omdat ze wel begreep dat dat waarschijnlijk niet was wat ik wilde horen, kreeg ik de mogelijkheid om beide concerten bij te wonen. Het tweede concert was uiteraard gratis.
Cultuurbarbaar als ik ben, had ik geen idee hoe een concert van Franz Liszt zou klinken. Het leek me hoe dan ook een leuke ervaring, ook al zou de muziek me misschien niet kunnen bekoren.

Verwachtingsvol betraden Huub en ik voor de eerste keer villa Peckedam waar we werden uitgenodigd om vooral overal rond te kijken. Het eerste dat ons opviel waren de vele Disneyfiguren die in het hele huis aanwezig waren: een grote, groene Kermit de kikker achter een piano, Tinkebel hangend aan een kroonluchter, een levensgrote Darth Father op de trap. De inrichting was een vreemde mengeling tussen oud en nieuw, tussen stijlvol en kitsch, tussen serieus en speels. We dronken een drankje in de kamer die als bar was ingericht en waar een echte oude jukebox stond. We liepen naar boven over de machtige houten trap en kwamen via kroonluchters bij de ‘game-sectie’ van het huis. Enthousiast nam ik plaats op een levensechte motor, ik trok de gashandel open en knalde direct tegen een muur aan. De motor schokte en trilde toen ik vervolgens door een bak grint reed. Ik ontdekte dat ik, net als op een echte motor kon sturen door met mijn hele gewicht naar links of naar rechts te hellen. Huub probeerde ondertussen een raceauto uit. Ik voelde me weer even kind worden. Speels en rebels. Misschien kwam het daardoor dat ik Wibi die avond vooral als een speels jongetje zag.

Franz Liszt was een revolutionaire componist uit de negentiende eeuw, die bewust regels uit de klassieke muziek overtrad. Wibi vertelde dat Liszt hoogst complexe stukken heeft gecomponeerd, waardoor het klinkt alsof er met ‘drie handen tegelijk’ gespeeld wordt door de pianist. ‘De muziek ligt niet gemakkelijk in het gehoor,’ zo waarschuwde Wibi ons. ‘Toen ik veertien was moesten alle leerlingen van school een voorstelling geven. Ik heb toen een concert van Franz Liszt gespeeld. Het viel niet in de smaak. Niemand begreep er iets van,’ zei hij lachend.
‘Maar ik houd van Franz Liszt. Het blijft een uitdaging voor mij om zijn stukken eigen te maken en goed te spelen, want zijn composities bestaan uit meerdere lagen. Franz Liszt hield van uitersten; hij heeft hemelse stukken geschreven, maar ook de donkere, demonische kant vond hij aantrekkelijk. Vanavond speel ik iets hemels en iets demonisch voor u.’

De stukken van Franz Liszt kwamen voor mij vooral tot leven door naar de handen van Wibi te kijken. Bij de demonische stukken bewoog zijn hele lichaam mee op de muziek, terwijl zijn vingers op de toetsen ramden. Bij de hemelse stukken speelde hij met zijn ogen dicht en bewogen zijn vingers uiterst licht over de toetsen. Soms was er in het stuk een stilte, dan zweefden zijn vingers even werkeloos in de lucht. Af en toe speelde hij met gekruiste handen. Ik vroeg me af of dat dan de ‘drie handen techniek’ was die hij had genoemd als kenmerk van Liszt. Hoewel ik niet veel verstand heb van pianomuziek en de muziek ook niet altijd mooi vond, kon ik wel herkennen en waarderen dat de muziek complex in elkaar zat en dat Wibi virtuoos speelde. Hij speelde alles uit zijn hoofd. Zou hij hoogbegaafd zijn, vroeg ik me af. Waarschijnlijk wel. Als je op je elfde al een klassiek concert geeft, dan ben je wel een soort wonderkind.

En nu zitten we weer in de salon van villa Peckedam. Ditmaal voor het concert ‘Wibi at the movies’. Mijn buurvrouw met het rode jasje ruikt naar een goedkoop parfum. De geur irriteert me. Verder ruik ik zweetvoeten, meen ik een spoortje hond te ruiken en hangt er de lucht van verbrand hout. Ik heb een hele scherpe neus en dat is niet altijd handig. Geuren kunnen me soms zo irriteren dat ik er hoofdpijn van krijg en moeilijk ergens de aandacht bij kan houden.
Terwijl Wibi een stuk speelt uit ‘Game of Thrones’, zit mijn buurvrouw met handen en voeten mee te tikken op de maat. Ik probeer me er niet aan te storen. Concentreer me zo goed mogelijk op de muziek, die prachtig klinkt. Ik ben niet van plan het concert door haar te laten verpesten. Maar dan begint ze ook nog mee te neuriën en te hummen. Ik kijk haar vernietigend aan. Nog bijna voordat Wibi is uitgespeeld klapt ze overdreven hard in haar handen, terwijl ze half gaat staan en ‘bravo, bravo’, roept.
De meeste muziekstukken die Wibi speelt klinken ergens wel bekend, maar ik kan niet benoemen waar ik ze van ken. Maar dan speelt Wibi één van mijn lievelingsnummers. Na afloop vraagt hij aan het publiek of iemand weet uit welke film dit stuk afkomstig is. ‘Intouchable’, roep ik spontaan. Wibi knikt goedkeurend. ‘Weet je misschien ook de componist?’ ‘Ludovico Einaudi’, antwoord ik. ‘En weet je dan misschien ook de naam van het stuk?’, vraagt Wibi enigszins verrast.  ‘Una Mattina’, zeg ik iets aarzelend. Dit levert me een stralende lach van Wibi op. Ik voel dat de vrouw naast me, me ineens met andere ogen bekijkt. Bij het volgende nummer dat Wibi het publiek laat raden, vraagt de vrouw met het rode jasje aan mij uit welke film ik denk dat het afkomstig is. Ik heb geen idee. ‘Ik denk Zorro,’ fluistert ze me toe. Huub denkt dat het uit Cheers komt, maar zegt niets. Dus flap ik er, overmoedig geworden door mijn vorige succes, ‘Cheers’, uit. ‘Nee, het is geen Cheers,’ zegt Wibi, ‘want Cheers klinkt zo’. En hij speelt de tune van Cheers voor op de piano. ‘Deze melodie gaat zo,’ en hij herhaalt het stuk uit de film dat hij net heeft gespeeld. Het blijkt van de serie Family Ties te zijn.

Allerlei bekende films passeren de revue; van Harry Potter tot Once upon a time in de West en van Pirates of the Caribbean tot Star Wars en James Bond. Wibi legt uit dat hij van de filmmuziek, die voor een heel orkest is geschreven, een transscriptie maakt. Dat betekent dat hij alle instrumenten uit het orkest laat terugkomen in de piano, zodat het net lijkt alsof er toch een heel orkest speelt. En inderdaad, het klinkt alsof er een heel orkest speelt. Dat vind ik echt meesterlijk knap.

Na afloop is er een ‘meet and greet’ met Wibi en ga ik met hem op de foto.
‘Mag ik misschien iets vragen? Heb ik goed gezien dat je de melodie met de linkerhand speelt en de begeleiding met rechts? Normaal is dat toch andersom?’, vraagt Huub bescheiden.
Het gezicht van Wibi licht op. Na alle vrouwen die met hem op de foto willen, is er nu eindelijk iemand die een vraag heeft over zijn vakgebied. Hij vertelt enthousiast dat Huub dat goed heeft gezien en legt uit waarom hij hiervoor heeft gekozen.
Ik vertel dat we twee weken geleden hier waren voor het concert van Franz Liszt. Weer lichten de ogen van Wibi op. ‘Waren jullie daarbij? Wat leuk dat jullie beide concerten hebben meegemaakt. Hoe vonden jullie het?’
‘De twee concerten zijn niet te vergelijken, zo verschillend, de muziek van vandaag vind ik mooi en toegankelijk, de muziek van Liszt kan ik waarderen door zijn complexiteit en gelaagdheid,’ geef ik Wibi mijn feedback.

We zijn bijna de laatsten die de villa verlaten. Alleen de mevrouw met het rode jasje is er nog. Als ik wegrijd, loopt ze net het stenentrapje van de voordeur af. Ik zwaai naar haar. Ze staart me niet begrijpend aan.

Het was een heerlijke middag. Genietend van bomen met herfstkleuren rijd ik terug naar Doetinchem.

Geef een reactie