Alle wegen leiden naar Kranenburg

De lymfetherapie, twee maal per week zwemmen, het fietsen op de trekkingbike, dagelijks voldoende rekken en strekken van de arm en vooral ook meer rust pakken, hebben ervoor gezorgd dat mijn arm weer is terug gebracht tot normale proporties. Ik heb zelfs alweer voorzichtig getraind op de racefiets en dat ging goed. Dus de eerste hindernis lijkt overwonnen.

Het enige kleine obstakel dat mijn fietsplezier enigszins vergalt zijn mijn fietsschoenen. Ik blijf moeite houden met het losklikken. Al honderd meter voor een kruising begin ik paniekerig mijn linkervoet te bewegen. Meestal heb ik minstens vier pogingen nodig om los te komen. Hoewel het kliksysteem al op de meest lichte stand staat afgesteld, kost het me heel veel kracht. Het zorgt er ook voor dat ik minder relaxed op de fiets zit. Altijd bang om niet op tijd los te kunnen komen. Ik heb al verschillende manieren uitgeprobeerd, maar het blijft een probleem. Dus ga ik naar de Pedaleur en leg mijn probleem voor. Als de monteur de schoen op de trapper klikt, merkt hij op dat het plaatsje te diep in de schoen zit, waardoor het rubber vacuüm trekt op het pedaal en bijna niet los te krijgen is. De monteur schroeit een stukje van het rubber af, waardoor de hele werkplaats naar verschroeid rubber stinkt. Hoopvol stap ik op mijn fiets. En ja hoor, een soepele beweging met mijn hak volstaat nu om de schoen los te klikken. Gelukkig. Ik dacht echt dat ik niet voldoende kracht in mijn benen had. Dit obstakel is dus inmiddels ook opgelost.

Mijn racefiets heeft intussen zijn eerste beurt gehad. Ik heb bijna vijfhonderd kilometers gefietst en dan heb ik de kilometers op de trekkingbike niet meegeteld, want daarop zit geen tellertje. Mijn Assos fietsbroek voelt nog steeds aan alsof ik met een volle poepbroek rondloop, maar vervult zijn taak uitstekend. Ik heb nog niet een keer last gehad van zadelpijn.

Ik profiteer volop van het lekkere herfstweer en maak vele leuke tochtjes. De ene keer fiets ik ’s ochtends met Frans mee naar ‘s-Heerenberg en via een grote omweg weer terug naar huis. Ik passeer onbekende buurtschappen als Warm, Ziek en Wal die tot mijn verbazing slechts een paar kilometer van ons huis afliggen. De andere keer fiets ik met Margo naar Varssel om de Varsseler ring te bedwingen en geeft Margo me les in het juist nemen van een bocht. De afstanden die ik afleg worden langzaamaan langer. Voor vijftig kilometer draai ik mijn hand nu niet meer om.
Ik fiets met stormachtig weer, waarbij ik zwaar voorovergebogen tegen de wind in ploeter en moet tegensturen om niet met fiets en al omver geblazen te worden als de wind van opzij komt. Ik verken alle windrichtingen rondom Doetinchem; van Zutphen tot Ruurlo in het noorden, van Varsseveld tot Gendringen in het oosten, van ’s-Heerenberg tot Milsbeek in het zuiden en van Millingen aan de Rijn tot Schaarsbergen in het westen. En ik beklim zelfs met mijn vriend Huub de Holterberg.

Ik vind het leuk om tochtjes te maken en avonturen op de fiets te beleven. Het geeft me een gevoel van vrijheid.

Op de laatste zomerse dag van het jaar fiets ik naar mijn broer en schoonzus in Milsbeek. Ik vertrek rond half elf wanneer de zon al stralend aan de hemel staat. Het is een onverwacht en spontaan genomen besluit. Ik overleg met mijn schoonzus over mijn komst, app Frans met de vraag of hij me aan het eind van de dag wil ophalen in Milsbeek en prop wat proviand voor onderweg in de zakken van mijn fietsshirt. En dan spring ik op mijn racefiets en ben weg.
Op de inmiddels vertrouwde route naar Zeddam heb ik een straffe wind tegen. In het centrum van Zeddam ga ik via een pittig klimmetje langs de molen omhoog richting Montferland waar ik een prachtig fietspad door het bos vind. Ik passeer de A12 en fiets bijna ongemerkt de grens over richting Elten. Hier kies ik een fietspad met fijne kiezelsteentjes, die aan mijn banden blijven plakken en ik kruis mijn vingers en bid in stilte dat mijn banden het alsjeblieft mogen houden. Het is een prachtige route langs de uitlopers van de oude Rijn. Aan het eind van het fietspad stop ik en wrijf met mijn handen alle steentjes van de banden af. En hup daar ga ik weer verder. Via het kleine dorp Herwen fiets ik tussen de Byland en de Eendenkolk door naar het pontje dat me over de rivier naar Millingen aan de Rijn brengt.

Het waait stevig en de Rijn is vol grote schepen. Het kleine fietspontje slalomt tussen de grote schepen door en heeft moeite om tegen de wind in te komen. Op het pontje raak ik in gesprek met een andere fietser en wisselen we wielrenverhalen uit terwijl ik mijn energievoorraad aanvul met een banaan. Aan de andere kant van het water fiets ik richting Kleef. Ik heb de wind nu in de rug maar de hobbelige keien remmen de snelheid behoorlijk af.
Ik heb me voorgenomen om via het Reichswald richting Milsbeek te fietsen. Dat is echter nog niet zo gemakkelijk. Ik weet welke richting ik op moet, alleen lukt het niet om wegen te vinden die in de juiste richting gaan. In het niemandsland tussen Kranenburg en Kleef zoek ik mijn weg richting het zuiden, maar hoe ik ook fiets, telkens kom ik weer uit op een weg die me naar Kranenburg brengt waar ik helemaal niet naar toe wil. Het lijkt wel of alle wegen naar Kranenburg leiden. Het geeft me het vervelende gevoel dat ik voor geen meter vooruit kom en zinloos aan het heen en weer fietsen ben. Ik zigzag heen en weer tussen Kleef en Kranenburg, kom door gehuchtjes als Dúffelward, Rindern, Donsbrüggen, Nütterden, Schotheide en Frasselt. En in al die gehuchtjes staat aangegeven hoe ver het nog is naar Kranenburg.

In Nederland fiets ik meestal van knooppunt naar knooppunt, maar in Duitsland is de bewegwijzering voor fietsers een stuk onduidelijker. Soms zijn er bordjes, maar heel vaak ook niet. Na een eind tegen de wind in ploeteren, buigt de weg bijna honderdtachtig graden en kom ik in een steeds verlatener landschap. Het asfalt gaat over in zand met grote, scherpe keien. Ik fiets nog een tijdje door over dit uitdagende pad en stap dan af om verder te lopen, want ik ben bang voor een lekke band. Hoewel iedereen mij verzekert dat geen enkele man een vrouw met een lekke band langs de kant van de weg laat staan, bedenk ik dat het dan wel nodig is dát er een man langs komt en die kans acht ik hier bijzonder klein. Als ik me via Google maps probeer te oriënteren, zie ik tot mijn schrik dat mijn telefoon nog maar 28% aangeeft. Shit, denk ik, straks kan ik niet eens meer bellen als ik ergens vast kom te zitten. Misschien is het voor een volgende keer slim om mijn route wat meer voor te bereiden.

Maar alles pakt goed uit. Het pad vol keien komt uit op de weg naar – je raadt het al – Kranenburg. Dezelfde weg als waar ik een half uur geleden ook fietste. Ik besluit nu maar gewoon even de grote weg te volgen richting Kranenburg.
Ik heb de moed om door het Reichswald te fietsen net opgegeven, als ik een bordje met de plaatsen Grafwegen en Groesbeek zie. Snel sla ik het bospad in en volg de bordjes met de fietsroute. Ik fiets over een geasfalteerd pad met grote kuilen en gaten dat steil omhoog loopt. Zo aan het eind van de dag ben ik behoorlijk moe en de klim trekt het laatste restje kracht uit mijn benen. Naar beneden knijp ik de remmen flink in en stuur zo goed en zo kwaad als het gaat om de kuilen, kastanjes, eikels en beukennootjes heen. Af en toe springt mijn wiel opzij als ik toch over een kastanje of eikel heenrijd. Het half geasfalteerde pad verandert in een soort mountainbike trail, dat totaal ongeschikt is voor mijn racefiets, maar ik heb geen zin om om te keren. Dus fiets ik stug door. Gelukkig kom ik heelhuids aan bij het eind van deze bostrail waar ik met fiets en al door een poort moet en dan ben ik in Grafwegen, een plaatsje op de grens tussen Duitsland en Nederland. Tot slot nog even de Sint Jansberg over en dan arriveer ik rond vier uur in Milsbeek, waar ik hartelijk word ontvangen door mijn neefje, die me een lekker glas fris aanbiedt. Tevreden plof ik neer aan de keukentafel. Op de teller staan 62 kilometer.

3 Reacties

  1. Je bent hartstikke gek joh!!!!!

    Maar wat geniet ik van je tochtjes…..ik heb intussen het zweet langs mijn rug lopen als ik samen met je die laatste mountainbike trail af fiets, zie je al bijna liggen tussen de kastanjes in….maar pfffff het is weer gelukt….zucht. Ik kan weer opgelucht ademhalen. Nu wachten op het volgende verhaal :-).

  2. Haha, ja ik begin behoorlijk fietsgek te worden… leuk dat je van mijn fietsavonturen geniet. Jammer dat het herfst wordt, anders kon ik een keertje naar Maastricht komen op de fiets.

  3. Fijn dat je arm weer normale proporties heeft Dorothe!!! En wat is het heerlijk he om te fietsen door ons mooie Nederland en Duitsland….zo te lezen heb je al weer behoorlijk wat conditie. Toppie zeg! Gr Carolien-Sunshine

Geef een reactie