Ontdekkingsreis deel 2

Week 2 – Paragliden in Slovenië

Dag 6 – Kennismaken

’s Nachts klettert de regen op het dak van de camper. Knus nestel ik me in mijn warme dekbed. Het gaat redelijk goed met mijn nek, maar ik moet nog wel heel alert zijn op mijn bewegingen.
Na een ontbijt met kwark, muesli en warme thee druppelen de eerste paragliders binnen op de camping. Het busje is ’s avonds vertrokken en heeft de hele nacht doorgereden. Ik zou helemaal brak zijn na een nacht zonder slaap, maar de acht heren en één dame stappen fris en vrolijk uit de bus. De rest van de dag staat in het teken van iedereen ontvangen, kennismaken, praatjes aanknopen, even boodschappen doen en natuurlijk uit eten met de hele groep.

In totaal zijn we met twintig personen, waarvan er twee pas de volgende dag zullen komen omdat ze corona hebben. Een aantal mensen verblijft op de camping in bungalows, een aantal slaapt in een hotel een eindje verderop, en er zijn ook twee camperbusjes.
Het is een gezellige groep en het is leuk om weer oude bekenden te zien of om juist nieuwe mensen te leren kennen. De dag is eigenlijk zo voorbij en voor ik het weet zit ik ’s avonds in de pizzeria van Ozeljan, een klein gehuchtje maar met een grootse pizzeria.

Dag 7 – Wandeling

We worden uitgenodigd in één van de bungalows om te komen ontbijten. Dat is wat warmer en ruimer dan in onze bus. Omdat het wat druilerig weer is, krijg ik de sleutel van de bungalow zodat ik vandaag lekker warm het blog kan bijwerken. Maar de dag gaat weer anders lopen dan ik had verwacht. Twee jongens gaan voor een hike & fly experience en willen naar de startplek op de berg wandelen. Als ze horen dat ik ook van wandelen houdt nodigen ze me spontaan uit om mee te gaan. Snel trek ik mijn wandelschoenen aan, gesp mijn heuptas om, bidon water en wat brood mee en daar gaan we. De langste jongen heeft het tempo er flink in. Het eerste stukje gaat via asfalt, maar klimt behoorlijk en het duurt niet lang of ik begin te hijgen van de inspanning. Na een klein half uurtje komen we bij een wit kerkje waar we even pauzeren. Van Frans weet ik dat hij het kerkje als referentiepunt gebruikt als hij in de lucht is en over de kam vliegt. Vanaf hier gaat het via een onverhard rotsig pad omhoog. Het pad wordt smaller en steiler. Er steekt een stevige frisse bries op, de zon is verdwenen en er dreigt regen aan te komen. Ik geniet van de wandeling met de jongens. De natuur is rustgevend groen en de gesprekken zijn vriendelijk en onderhoudend. Boven op de top pauzeren we even op een bankje om te genieten van het uitzicht.
Volgens de route die we van de gastvrouw op de camping hebben gekregen, moeten we door een groot gat in de rotsen om de startplek te bereiken. Dit gat heet Szobo en we volgen de bordjes die aangeven dat het nog vijf minuten lopen is naar Szobo. Er waait een stevige wind door het gat omhoog. Het pad is steil en glibberig. Met handen en voeten daal ik af, de jongens hebben wandelstokken bij zich om hun evenwicht te bewaren. We stoppen even om dit markante punt vast te leggen op de foto en zoeken dan het vervolg van de route. Het pad door het gat is gevaarlijk steil en het lijkt niet de goede kant op te gaan. Na even twijfelen en overleggen keren we om. Eenmaal weer boven op de top, lopen we via een gemakkelijk pad naar de startplek toe waar een groepje verkleumde paragliders staat te wachten. Ze staan er al een paar uur te wachten op een goed moment om te starten, maar het waait vandaag veel te hard. Dus blijft het bij een hike en wordt de fly voor een andere keer bewaard. Ik weet ook direct weer waarom ik paragliden niet aantrekkelijk vind: al dat wachten op koude, onaantrekkelijke plekken tegen beter weten in, dat is niets voor mij. Na een half uur wachten op de gure top komt er gelukkig een busje dat ons naar beneden naar de landingsplek brengt. De beginnende paragliders zijn op de landingsweide grondoefeningen met het scherm aan het doen.
’s Avonds gaan we met bijna de hele groep eten bij een Amerikaans aandoend restaurant met slecht eten waar het wel heel gezellig is.

Dag 8 – Relaxen

De wolken hangen laag vandaag en ik verwacht niet dat er gevlogen kan worden. Maar ik heb het mis. Ondanks de donkere wolken blijft het droog en kan iedereen die dat wil vandaag maar liefst vier vluchten maken. ’s Ochtends zit ik warm en droog in de bungalow dit blog te schrijven. Rond een uur of één word ik opgehaald en krijg ik een lift naar het landingsveld. Jammer genoeg is het gezellige eettentje er door de corona periode mee opgehouden en zijn er geen hapjes en drankjes meer te krijgen op de landingsplek. Ik kijk een tijdje hoe Frans de beginnende paragliders van de cursus begeleidt via de radio. Sommige moeten oren trekken of een oefening doen die rollen en knikken heet, anderen gaan voor een doellanding. Ik help een aantal mensen met het inpakken van het scherm en wandel dan via de akelig drukke weg de paar honderd meter terug naar de camping. Lekker even lezen en opwarmen met een kopje thee in de bungalow.
Al snel krijg ik gezelschap van een drietal mannen met bier die de bungalow confisqueren onder het mom van regen, wanneer ze met hun modderige schoenen om tafel zitten is het gedaan met mijn rust en kan ik het lezen wel vergeten. Maar dat is niet zo erg, want daar krijg ik deze reis vast nog genoeg kansen voor. Ik ben begonnen in een spannende triller.

Frans is behoorlijk uitgeteld door een hele dag lesgeven en opletten. Terwijl hij het zweet van die dag van zich afspoelt onder een lauwe douche maak ik een groenterijke maaltijd klaar in onze bus.

Dag 9 – Inkopen
Morgen is een nationale feestdag in Slovenië ter nagedachtenis aan de bevrijding van de tweede wereldoorlog. Alle winkels en waarschijnlijk ook de meeste restaurants zitten dan dicht, daarom hebben we een BBQ gepland. Samen met één van de begeleiders rijd ik naar het winkelcentrum om inkopen te doen voor de BBQ van morgen. Voor achttien personen kopen we vlees, vis, groente, brood en drank in. Verder scoren we briketten, twee roosters, aluminiumbakjes en aanmaakgel.

’s Middags kom ik eindelijk toe aan mijn net aangeschafte thriller over Joegoslavië. Dat vond ik wel toepasselijk nu we in deze contreien verblijven. Ik realiseer me dat mijn verslag een eenzijdig beeld geeft, want de belevenissen van Frans komen nauwelijks aan bod. Dat komt omdat ik mijn man deze week nauwelijks spreek. Hij heeft in zijn hoofd geen ruimte voor andere dingen dan paragliden. Met het team kijken ze naar het weer, evalueren de vorderingen van de cursisten, bespreken de oefeningen, de risico’s, bereiden de theorielessen voor, regelen het transport, laden de radio’s op en downloaden de foto’s en filmpjes van iedereen en dan moet hij ook nog aan zijn eigen spullen denken. ’s Ochtends bij het ontbijt spreken de mannen het dagprogramma door, daarna geven ze een briefing en dan is het verzamelen en de berg op. Frans staat meestal op de startplek om iedereen te helpen om veilig te starten en de eerste meters in de lucht te begeleiden, voordat hij de commando’s overgeeft aan degene die de cursisten begeleidt naar de landing.
Ik ben vooral lui deze dagen. Het plan om in mijn eentje een lange fietstocht door Slovenië te maken heb ik laten varen. De langeafstandsfietsroute die ik had uitgekozen ligt helemaal aan de andere kant van Slovenië, het kost een paar uur om daar te komen vanaf Lijak waar we nu zitten. Bovendien heeft Frans de camper nodig om in te slapen en heeft overdag niemand tijd om mij naar het beginpunt van de route te brengen. Vóórdat de paragliding week begon had Frans me kunnen brengen, maar toen was het weer zo belabberd dat deze optie me heel onaantrekkelijk leek. En eigenlijk geniet ik wel van het nietsdoen; beetje lezen, beetje bloggen, beetje kletsen, eten, wandelen en af en toe naar de landing om te kijken hoe de paragliders hun scherm aan de grond zetten.

’s Avonds eten we met de hele groep bij een restaurant dat nog de sfeer van het oude Oostblok uitademt, kale vertrekken met lange tafels en rechte houten stoelen, maar het eten is eerlijk en puur. Ik verorber een zeetong met een karafje witte wijn. Als de ober even later komt en de mannen bier bij bestellen, hoor ik mijn buurman een karaf witte wijn bestellen. Ik ben in de veronderstelling dat hij dat voor mij wil bestellen en ik roep naar de ober: ‘No. No wine’. Ik schud resoluut met mijn hoofd en maak met mijn handen een gebaar van een streep om aan te geven dat ik genoeg wijn heb gehad. Mijn buurman protesteert en bestelt nogmaals een karafje wijn. Waarna ik mijn woorden en gebaren herhaal. ‘Jezus, waarom mag ik van jou geen wijntje drinken, ik ben toch niet met je getrouwd?’, vraagt mijn buurman perplex.

Dag 10 – Eindelijk dan toch fietsen

Bij het ontbijt wordt nog even gerefereerd aan mijn blunder van de avond tevoren. ‘Ik begrijp nu ook wel waarom Frans geen wijntje drinkt’, zegt één van de mannen olijk, terwijl hij het puntje van zijn duim omlaag buigt en kijkt hoe ik daar op reageer. Ik schiet in de lach.

Vandaag heb ik zin om te fietsen. Oorspronkelijk wil ik met de bus naar Solkan rijden waar een prachtig fietspad ligt naast de groenblauwe Soca rivier. Maar ik weet niet zeker of ik de fiets na het fietsen weer op de fietsendrager kan tillen en of er een sterke man of vrouw in de buurt zal zijn die ik kan charteren om de fiets er voor mij op te zetten. Teveel gedoe. Ik besluit vanaf de camping te gaan fietsen en dan maar te zien of ik in Solkan aankom en nog energie heb om het fietspad te volgen.
Op mijn OsmAnd app, die ik tijdens de navigatiecursus voor fietsvakanties de vrijdag voor ons vertrek heb geïnstalleerd, kijk ik of er geschikte fietswegen zijn in de omgeving die richting Solkan gaan. Dat lijkt het geval. Ik klik mijn mobiel vast op het stuur met de OsmAnd app geopend. Dit is een goede test om te kijken of het werkt.

Na een paar honderd meter langs de drukke weg waar de camping aan ligt, sla ik af richting het dorpje Ozeljan. Ik meander door velden en over pittige heuveltjes die een beroep doen op mijn kuitspieren door het Sloveense landschap met uitzicht op de heuvelrug waarvandaan de paragliders starten voor hun vlucht. De lucht is strak blauw en ik heb me goed ingesmeerd met zonnebrand. Helm op, fietsbroek aan en fietsen maar. Ik fiets langs kleine gehuchtjes, over onverharde wegen die klimmen en dalen, langs bloeiende fruitbomen en kleine riviertjes. Soms moet ik even zoeken naar de goede route. Op één van de klimmetjes loopt mijn ketting bij het terugschakelen naar een kleinere versnelling eraf. Gelukkig heeft Jan me wel eens voorgedaan hoe ik de derailleur kan houden om de ketting er weer op te krijgen. Na even klooien lukt het me en spring ik weer op de fiets met zwarte vingers van het vet. Nu maar duimen dat ik geen lekke band krijg, want ik heb net bedacht dat ik de bandeplakspullen in de camper heb laten liggen.

Na ongeveer anderhalf uur bereik ik de stad Nova Gorica aan de Italiaanse grens, via de buitenwijken van de stad rijd ik een beetje op gevoel richting Solkan dat bekend staat om zijn oude spoorbrug over de Soca rivier. Na een korte stop voor een foto ga ik op zoek naar het beginpunt van het fietspad. Via een steile afdaling bereik ik het traject van twintig kilometer richting Plave en Tolmin. Ik ben een beetje slap en zie dat het al twee uur is inmiddels. Hoog tijd voor een lunchpauze langs het groenblauwe water dat beneden in het dal ligt te glinsteren. Er trekt een frisse wind door het dal die mijn bezwete lijf doet rillen. De route vol bochten en klimmetjes met stijgingspercentages van tien procent nodigen me uit om verder te gaan. Het is verleidelijk om door te fietsen, maar ik realiseer me dat alles wat ik verder fiets ik ook weer terug moet fietsen en ik voel de eerste vermoeidheidsverschijnselen al opkomen. Dus maan ik mezelf om om te keren. Er hangen inmiddels donkere wolken in de lucht.
Voor de klim naar de brug schakel ik terug naar de allerkleinste versnelling, maar halverwege moet ik opgeven omdat ik bijna omval. De helling van achttien procent blijkt zo aan het begin van de vakantie nog iets teveel. Dus duw ik mijn fiets lopend omhoog. Even later hang ik hijgend en bijna kokhalzend van de inspanning langs de reling van de brug om bij te komen. Daarna verloopt de terugweg voorspoedig. Ik geniet van het landschap en ga nog even op het landingsterrein bij de paragliders kijken.

Wanneer ik bij het landingsterrein vertrek voel ik een paar grote, warme druppels op me neerdalen. Ik kijk omhoog naar die ene zwarte wolk in de lucht die net boven mij lijkt te hangen. Net als ik me inspan om een pittige heuvel te slechten barst de bui los. In een paar tellen ben ik nat tot op het bot, sopt het water in mijn schoenen, voel ik een koude waterstraal langs mijn nek en rug omlaag lopen mijn fietsbroek in die voelbaar opzwelt. De smalle weg is veranderd in een waterglijbaan, de modderspetters spuiten om mijn oren, terwijl ik me rustig en gedoseerd de helling af laat roetsjen op mijn fiets.
Shit, heb ik straks toen ik vertrok de schoenen met stinkende sokken buiten laten staan om te luchten. Ik kieper de bergwandelschoenen die half zijn volgelopen met water om en zet ze voor in de camper. Ik ontworstel me aan de natte kleding die aan mijn vel kleeft en wring het zo goed mogelijk uit. Al snel beslaan de ruiten van de bus van al die natte troep die ik her en der heb uitgestald.
Ik heb enorm zin in een warme douche, maar die hebben ze niet op de camping. Ik besluit dat ik nu echt geen trek heb in een koude douche, die heb ik tenslotte net gehad. Dus droog ik mijn haren met een handdoek, smeer mijn stramme spieren in met arnica olie en trek het kloffie aan dat ik al de hele week draag.

Ik schrik wakker van een klop op de deur. Blijkbaar was ik even in slaap gesukkeld. De organisator van de BBQ vraagt of ik zin heb om de groente te snijden. Gewillig loop ik mee naar het huisje waar we met een klein groepje de BBQ voorbereiden; het vlees kruiden en in plakken snijden, de groente wassen en snijden, een Griekse salade maken, brood snijden, het bier uit de koeling halen, borden en bestek verzamelen, de BBQ aansteken. Iedereen draagt zijn steentje bij. Gelukkig schijnt het zonnetje weer en doen alleen de modder en plassen vermoeden dat het pas nog heeft geregend. In het avond zonnetje roosteren de mannen Sloveense worstjes, paprika en courgette, de kippendijen braden we in een pan op het vuur anders worden ze niet gaar, de zalm gaat in aluminium bakjes. Het is een warm en gezellig clubje. Als het donker wordt gaan de kaarsjes aan en komen de sterke verhalen. Na afloop doen we met z’n allen de afwas  en verdelen de spullen die over zijn.

Dag 11 – Luie dag

Vandaag ben ik lui en doe alles heel traag. Ik ben volledig tot rust gekomen. In het ochtendzonnetje heerlijk zitten lezen in mijn spannende boek, kopje thee met chocola erbij, beetje bloggen, foto’s kijken, lunchen en wederom lezen. Halverwege de middag kuier ik op mijn dooie gemakje via kleine weggetjes door de wijngaarden (dit gebied van SlovenIë staat bekend om zijn wijngaarden), snuif de geur in van blauwe regen, luister naar de uitbundig zingende vogeltjes en voel mij volmaakt gelukkig. Op het veld even kijken naar de paragliders die als vogels in de lucht zweven. De omstandigheden zijn pittig want er waait een stevige wind en sommige vliegers moeten oren trekken om naar beneden te komen. Gelukkig komt iedereen weer veilig aan de grond.

Op de terugweg besluit ik via de OsmAnd app een wat uitgebreidere wandeling te maken door het bos. Het fijne van de app is dat ik kan zien welke paden doodlopen en welke ik kan gebruiken om een rondje te lopen. De app klopt behoorlijk goed en dat is fijn. Na anderhalf uur wandelen ben ik weer bij de camping. Nog even lezen en dan verzamelen om uit eten te gaan. Frans is een beetje down omdat hij behoorlijk last heeft van zijn oog en zich nu zorgen begint te maken of er toch niet iets mis is met zijn oog.

Dag 12 – Wasdag
Gisteravond nog een afzakkertje gedronken met de crew van de vliegschool. Ik voelde me vereerd dat ik mee mocht praten over de coaching en gewenste benadering van de verschillende cursisten om ze zo goed mogelijk de kneepjes van het paragliden onder de knie te laten krijgen. Het was flink laat geworden, daarom heb ik vanochtend een beetje een houten kop. Vreemd genoeg was ik vroeg wakker en ruim op tijd om met de mannen mee te ontbijten en brood te kopen bij de bakker die dagelijks om half acht met een bus de camping op komt rijden. Meestal dommel ik nog als de vrolijke klanken uit de speaker van de broodbus galmen.

Er waait een stevige noorden wind: de bora. Deze wind kan gevaarlijk zijn omdat ze een rotor kan veroorzaken, die het scherm neerdrukt. De windstoten laten onze afvalzak en lege petflessen over de camping waaien. De cursisten gaan grondoefeningen doen met kleine schermpjes om zo hun techniek te verbeteren.

Ik besluit er vandaag een wasdag van te maken, zodat we lekker met frisse kleding, handdoeken en beddengoed richting Kroatië kunnen. De wasmachine en droger doen hun werk voor de spullen die op zestig graden gewassen kunnen worden. Mijn fietsspullen en fleecejack was ik even op de hand en hang ik in de wind te drogen.

’s Avonds eten we met de groep bij een wijnhoeve een eenvoudige boerenmaaltijd met spek, gnochi en zuurkool met aardappelpuree en varkensvlees. Op tafel staan karaffen met water, witte – en rode wijn. Ik zit bij drie Groningers aan tafel en wij ‘de groepsgenoten uit de periferie’ zoals we ons noemen, vertellen elkaar in grote lijnen hun levensloop.

Na de maaltijd realiseren we ons ineens een beetje melancholisch dat het afscheid van de groep nabij is. Het busje vertrekt morgenvroeg om vijf uur richting Nederland, de anderen allemaal in de loop van de ochtend. Voor het slapengaan nemen we alvast afscheid van iedereen. Deel twee van de reis zit erop. Verder naar de volgende etappe op onze ontdekkingsreis.

1 reactie

  1. Weer een super leuk reisverslag Dorothe …de foto’s zijn nu goed te zien. Inderdaad beter op mijn IPad. Nog veel plezier en ik lees zo ook direct je 3e blog…..ben ik weer helemaal bij. Leest zo gezellig alsof ik mee ben met jullie op reis 😘

    Liefs Ineke

Laat een reactie achter bij InekeReactie annuleren