Opvliegers

Bijna alle vrouwen in de overgang kennen het fenomeen opvlieger; een onverwachte hittegolf die als een tsunami door je lijf stroomt en je volledig in vuur en vlam zet. Soms gaat de opvlieger gepaard met hartkloppingen, een zweetaanval en een pijnlijk, loom gevoel in armen en benen, veroorzaakt door het plotseling openzetten van alle aders. Door mijn anti-hormoonkuur kan ik er extreem veel last van krijgen. Vooral de nachten zijn berucht voor hun zweetaanvallen. Er zijn vrouwen die drie keer per nacht hun pyjama en beddengoed verschonen, omdat alles drijfnat is van het zweet. De verpleegkundig specialist oncologie informeert in de controlegesprekken regelmatig voorzichtig en begripvol of ik erg veel last heb van de opvliegers. Ik voel me dan altijd een beetje ongemakkelijk, waarom weet ik niet precies. Op de één of andere manier vind ik opvlieger een gênant woord dat ik niet snel zelf zal gebruiken. Je zult mij niet horen zeggen, zoals een aantal vrouwen in de tank wel deden wapperend met hun waaier: ‘oh pfff ik heb een opvlieger.’

Ik heb besloten dat opvliegers voor mij geen probleem zijn. Natuurlijk heb ik dagelijks een aantal keren te maken met zo’n hitteaanval, maar als ik eerlijk ben is het niet eens een onaangenaam gevoel die onverwachte warme golfstroom. Ik vroeg me wel af of die innerlijke warmte ook zichtbaar zou zijn aan de buitenkant. Mijn vermoeden werd bevestigd door mijn neefje van acht: ‘tante Dorothé je wordt zo rood als een tomaat’, riep hij me uitdagend toe.

Ik heb denk ik het geluk dat ik van nature een koukleum ben. Ik loop al mijn halve leven rond in dikke truien, terwijl ik bewonderend kijk naar mensen om me heen in dunne blouses en leuke shirtjes. Soms probeer ik het weleens om ook iets luchtigs aan te trekken, maar halverwege de dag switch ik dan meestal toch weer naar mijn behaaglijk warme trui. Tegenwoordig draag ik meestal een vest dat ik bij mijn warmte aanvallen kan uitdoen en dat weer aangaat zodra de temperatuur gedaald is.

Opvliegers kunnen zorgen voor gebroken nachten. Door de te hoge lichaamstemperatuur kom je niet in je diepe slaap terecht. Ik heb ontdekt dat het de kunst is ervoor te zorgen dat de omstandigheden in de slaapkamer zo zijn dat ik nét niet lig te bibberen van de kou. Het raam staat wagenwijd open en ik lig onder een zomerdekbedje met een fleecedeken bij de hand voor als het té guur wordt in bed.

Een ander verschijnsel van de anti-hormoonkuur is beharing op ongewenste plaatsen. Mijn eens zo gladde benen zijn veranderd in behaarde onderstaken en ook op mijn bovenlip heb ik een aantal dikke, zwarte exemplaren getraceerd. Het grapje van Frans is nu: ‘wat is de overeenkomst tussen Dorothé en haar vader?’ Antwoord: ze hebben allebei een snor. Ik kan smakelijk lachen om dit soort humor. Een beetje relativeren is gezond. Het voordeel van kanker is dat je je alleen nog druk maakt om de dingen die er echt toe doen in het leven en het hebben van een ongewenste snor hoort daar niet bij. Bovendien heb ik een man die van me houdt; of ik nou wel of geen snor heb. En dat is wat telt.

casper

Geef een reactie