Frans en ik zaten buiten te lunchen toen de telefoon ging. Ik sprintte naar binnen en nam hijgend op. Het was Basten, iemand die we kennen via Maurik Paragliding’. Hij vroeg of we vanavond iets te doen hadden.
‘Nee’, riep ik voordat ik er zelf erg in had, terwijl een golf van opwinding door me heen trok. ‘Nee, toevallig hebben we vanavond nog niets.’
‘Hebben jullie zin in een ballonvaart?’
‘Jazeker’, riep ik enthousiast, me vlak daarna realiserend dat Frans nog van niets wist. Maar Frans knikte instemmend ja en stak zijn duim op toen ik naar hem toe rende met de telefoon nog aan mijn oor en hem druk gebarend in staccato stijl vroeg: ‘vanavond ballonvaart ok’?’
We stonden al meer dan een jaar op de wachtlijst en twee dagen geleden toen ik een ballon in de lucht zag hangen had ik nog intens gewenst dat wij snel aan de beurt zouden zijn. Nu was het zo ver en ik was opgewonden als een klein kind. Ik had er heel veel zin in.
Om zeven uur verzamelden we ons bij het huis van Basten. We droegen een lange broek om onze benen te beschermen en hadden onze bergschoenen aan. Samen met de twee andere passagiers bracht het ballonteam ons naar het dorpje Zwiep bij Barchem in de Achterhoek. De grote aanhanger met daarin de ballon en het mandje werd op een weiland gereden. Eerst werden de branders op een frame in de mand bevestigd, daarna werd de enorme ballon uitgelegd en met een ventilator gevuld met koude lucht. De ballon is zo groot dat je er gemakkelijk in kan staan met een paar mensen. Een paar kinderen die langs de kant stonden mochten de ballon even van binnen bekijken. De mand lag nog stil op zijn zij. Toen verwarmde Basten, onze ballonvaarder, de lucht in de ballon met een brander.
De ballon, die verankerd was aan de auto met aanhanger, kwam overeind en trok de mand rechtop. Nu mochten de vier passagiers, één voor één in het mandje klimmen dat al een beetje in de lucht bungelde. In de mand zaten twee klimgaten waar we onze voeten in konden zetten, daarna mochten we op de rand van de mand gaan zitten en ons zachtjes naar beneden laten zakken. De mand slingerde een beetje heen en weer, terwijl ik omhoog klom en werd opgevangen door Basten. We moesten proberen zo stil mogelijk te blijven staan. Ik probeerde een plaatsje te vinden tussen de drie grote gasflessen. Het was krap in het mandje met vijf mensen en het was even zoeken waar ik het beste een beetje comfortabel kon staan. De gasbrander ging aan en verspreidde een warme gloed rond mijn hoofd.
De verankering werd losgemaakt en daar gingen we de lucht in. Eerst nog even slingerend, maar al snel stil en geruisloos stijgend tot grote hoogte. De mand was van riet en was aan de binnenkant bekleed met stof. Ongelooflijk dat zo’n mand sterk genoeg was om ons allemaal te dragen.
Ik genoot van het uitzicht. Je kon heel ver kijken, ook al was het een beetje heiig. We zagen Lochem met de Lochemseberg, Barchem, Ruurlo, Vorden en Zutphen liggen in het Achterhoekse coulissen landschap. We hadden zicht op boerderijen, zagen hoeveel mensen een zwembad in de tuin hebben, koeien die verschrikt naar ons op keken, kinderen die vanaf de grond naar ons zwaaiden, prachtige bossen, akkers, wegen die het landschap doorsneden en de kronkelende IJssel. We scheerden laag over de karakteristieke toren van kasteel Wildenborch en zijn lanen en uitgestrekte tuin.
De vlieghoogte is moeilijk in te schatten vanuit de ballon. Zo rond de honderdvijftig meter hoogte kun je alles heel mooi zien, op vijfhonderd meter wordt alles al kleiner, maar op een kilometer hoogte verlies je het contact met de aarde een beetje. Basten attendeerde ons op een inversielaag in de lucht, dit geeft een heel mooie lichtende streep aan de horizon en duidt op een warme luchtlaag hoog in de hemel. In de lucht zijn verschillende stromingen en op verschillende hoogtes kun je verschillende windrichtingen hebben.
Omdat de wind op tweehonderd meter hoogte ons snel in de richting van Doetinchem blies, manoeuvreerde Basten ons met behulp van de gasbrander naar een kilometer hoogte waar de ballon een andere kant op dreef. Een knap staaltje ballonvaarkunst. Met een ballon kun je alleen omhoog en omlaag, je hebt geen invloed op de richting die je uitgaat. Je kunt bijvoorbeeld niet even een stukje naar links of naar rechts sturen. De wind bepaalt waar je naar toe gaat.
Ik heb inmiddels ervaring met verschillende vormen van luchtvaart: een gemotoriseerd klein vliegtuigje, een zweefvliegtuig, een paraglider en nu ook een ballon. Alle vormen hebben iets speciaals, maar tot nu toe vind ik de ballon het fijnst. In de vliegtuigen zit je toch wat krap met een dak boven je hoofd. Met paragliden heb je het vrije gevoel van de buitenlucht om je heen, maar het is wiebelig en de wind suist om je hoofd. In het mandje van de ballon glijd je door de lucht. Stil en bijna meditatief. Alleen het geluid van de brander verstoort af en toe de stilte. Het is rustgevend. Het nodigt uit tot genieten van het landschap dat onder je doorglijdt. Er is geen wind. Ik zou dit heel graag vaker doen.
De landing is het ingewikkeldste deel van de vlucht. Je hebt een groot weiland zonder vee en prikkeldraad nodig om te kunnen landen. Liefst ook in de buurt van een weg, zodat de auto met aanhanger het weiland op kan rijden om de ballon in te laden.
De meeste landingen zijn spronglandingen, waarbij de mand met een kleine plof op de grond terecht komt, soms gaat de mand dan nog één of twee keer even omhoog en volgen er nog twee kleine plofjes, voordat de ballon echt geland is. Maar vandaag hebben we kans op een bijzondere landing, vertelde Basten enthousiast: de sleeplanding. Hierbij kiept de mand op zijn zijde zodra deze de grond raakt. Vervolgens wordt de mand nog een flink eind over de grond voortgesleept, voordat deze tot stilstand komt. Het is zaak ervoor te zorgen dat je hoofd en handen binnen de mand houdt om jezelf niet te bezeren. Of we een sleeplanding zullen krijgen hangt af van de wind, besloot hij zijn betoog.
We oefenden deze spectaculaire landing droog in de lucht. Hierbij gingen we in een rijtje dwars op de vaarrichting staan, pakten de touwlussen stevig vast en bogen door onze knieën. Als het mandje om zou vallen, lagen we op die manier met zijn vijven lepeltje-lepeltje tegen elkaar aan. We kregen instructie om in de mand te blijven liggen, totdat Basten het sein gaf dat het veilig was om eruit te klimmen. Toen we alles droog hadden geoefend, vlogen we nog twintig minuten verder.
Toen werd het tijd voor de echte landing. Hierbij kregen we zicht op de stuurmanskunst van Basten. Het eerste weiland dat we uitkozen bleek door de ondergrond toch niet geschikt, de brander ging vol aan en daar stegen we weer op tot we vlak over de boomtoppen scheerden. Onverwacht draaide de ballon en veranderden we van richting. Bij de grond bleek de wind uit een andere richting te komen dan op hoogte van de boomtoppen. We moesten wederom op zoek naar een geschikt weiland. Door de harde wind hadden we veel ruimte nodig om te kunnen landen. De stad Doetinchem naderde en daar zijn weinig landingsmogelijkheden.
We vonden vlak bij het huis van Basten een geschikt weiland om de landing in te zetten. We scheerden met grote snelheid steeds lager over de grond, terwijl we instructie kregen om in de rij te gaan staan en ons goed vast te houden. Ik greep me vast aan de touwen en boog mijn knieën om de klap op te vangen, het volgende moment sleurden we liggend over de grond, ik zag het hoofd van de jongen naast me die ver uit de mand stak vanwege zijn lengte, het gras dat vlak langs mijn hoofd voorbij raasde, spetters koeienpoep die door de lucht vlogen. Het leek eindeloos te duren. Ineens was het afgelopen en lagen we stil. Beduusd bleven we liggen, totdat we van Basten het sein kregen dat we overeind mochten komen. De jongen naast me zat helemaal onder de koeienflatsen. De poep was door de gaten in de mand waar je je voeten in kan zetten naar binnen gekomen. Ik vond het GEWELDIG.
Al die tijd had het ballonteam ons zo goed mogelijk met auto’s gevolgd. Vlak voor de landing was er radiocontact over de te verwachten landingsplaats en vlak na de landing arriveerde het team om te helpen opruimen en inladen.
Terwijl de zon onder ging en het al schemerig werd, vouwden we de ballon op en pakten de spullen in de aanhanger. Omdat we vlak bij het huis van Basten waren geland hoefden we niet ver te rijden. Onder een oude perenboom bij kaarslicht en onder het genot van een hapje en een drankje genoten we na van deze mooie ervaring.
Die nacht beleefde ik de ballonvaart nog diverse keren opnieuw in mijn dromen.