Flow

Soms gaan de dingen die je wilt bijna als vanzelf en lijkt de realiteit zich te vormen naar je wensen; dit noem ik ‘in de flow zitten’. De vakantie met Frans in de Dolomieten zat duidelijk in de flow. Al leek dat niet zo in het begin, toen ik rondom Dortmund drie maal in een lange file kwam te staan en ik na een paar uur nog nauwelijks iets was opgeschoten. We hadden nota bene de route Dortmund, Kassel, Würzburg afgesproken om files te omzeilen. Tegen vier uur ben ik behoorlijk moe en voorbij Kassel bij Autobahnkreuz Kirchberg rijd ik een autohof op om te pauzeren. Ik sms mijn locatie door naar de mannen in de camper en tien minuutjes later rijden ze de parkeerplaats op waar ik op een bankje in de zon lig te dutten. We hebben elkaar moeiteloos gevonden.

We laden de bagage van mij over naar de camper en even later zwaaien we het parapent maatje van Frans uit die wegrijdt in onze Renault. Na een lange omhelzing gaan we eerst een hapje eten in het wegrestaurant, terwijl we honderd uit kletsen om elkaar alles te vertellen wat we afgelopen week hebben beleefd. We zijn beiden best moe en besluiten in plaats van verder te rijden richting Italië een camping in de buurt te zoeken. En zo staan we even later tegenover een allervriendelijkste oma die ruim de tijd neemt om ons te registreren voor een camperplaats voor 15 euro per nacht. We zoeken een leuk afgelegen plekje bij de struiken op en vertrekken direct voor een wandeling door de heuvelachtige omgeving met landerijen, bos en grasland.

De eerste nacht in de camper moet ik altijd wennen. Zo ook deze nacht. Eerst vond ik het te warm, toen lag de matras niet lekker en kreeg ik pijn in mijn rug, toen zoemden er muggen bij mijn oor en greep ik snel naar de DEET om mijn rechterarm te vrijwaren van muggensteken, toen draaide Frans telkens als ik net bijna in slaap was gevallen… uiteindelijk hebben we het dak uitgeklapt en ben ik boven gaan liggen. We vonden het allebei lekker ruim liggen zo in ons eentje. ’s Nachts regent het pijpenstelen, maar als we de volgende ochtend wakker worden staat de zon warm en krachtig aan de hemel. Tot mijn verbazing zijn alle campers al vertrokken en zijn we helemaal alleen op de camperplaats achtergebleven. We ontbijten uitgebreid in de zon met warme broodjes, thee en koffie en het is dan ook al rond half twaalf als we uiteindelijk vertrekken richting het zuiden.

Autorijden is niet ons sterkste punt. Meestal hebben we moeite om kilometers te maken en pauzeren we liever dan dat we rijden. Maar ja, om ergens te komen is het soms gewoon nodig om even door te zetten. Het is druk op de weg richting München en het schiet niet erg op. Het is met 25 graden een heerlijke dag en ik zou veel liever buiten zijn dan de hele dag in de auto te zitten, vooral met de wetenschap dat er voor morgen een bak regen wordt verwacht in de Alpen. Buiten op een bankje in de zon genieten we van een ijsje, terwijl de eerste wolkjes aan de hemel verschijnen. Niet veel later rijden we in mist en regen over de Brenner pas. De temperatuur is gezakt naar een schamele elf graden. We besluiten te koersen op Brixen, oftewel Bressano in het Italiaans, omdat we niet met mist en regen over de Sella pas willen rijden. We vragen de dolfijntjes een fijn plekje voor ons te regelen waar Frans morgen ook kan werken. En zo rijden we niet veel later bij een chic hotel de parkeerplaats op om in te checken voor de camping die in de tuin van het hotel ligt. We vinden een beschut plekje voor de camper en lopen gewapend met een grote paraplu het gezellige restaurant binnen waar we uitgebreid gaan tafelen met witte wijn, pasta, pizza en tiramisu. Tot slot nog een avondwandelingetje om het eten te laten zakken. Het is inmiddels droog en aangenaam van temperatuur. De grote bomen bij het hotel zijn romantisch verlicht.

De volgende ochtend regent het stevig, precies zoals voorspeld. We hebben de luifel uitgezet om enigszins droog de camper in te kunnen stappen. Frans en ik vinden in het hotel een houten nisje met tafel en gezellige zitbankjes waar we ons terugtrekken met een kopje kamille thee en een espresso. Frans zit achter zijn laptop te werken en ik lees een triller. Begin van de middag wordt het droog en lopen we naar het centrum van Bressano met zijn gekleurde huizen en grote, gele basiliek. We slenteren door de straatjes, kopen fruit op de markt en neuzen wat rond in kledingwinkeltjes. Als we terug lopen naar de camping in Vharna, een voorstadje van Bressano, zien we een onheilspellend zwarte lucht boven de bergketen van de Brenner hangen met af en toe een flinke bliksemflits. Tegen de verwachting in arriveren we droog bij de camper waar ik ga koken, terwijl Frans nog even iets voor zijn werk doet. We sluiten de avond af met een echt Italiaans ijsje in het restaurant.

Als we wakker worden hangt er een grote wolk in het dal, maar die trekt al snel op en weldra
DSCN4991 kijken we naar een strak blauwe hemel. Via een prachtige route door de bergen komen we bij het mondaine plaatsje Wolkenstein waar we even pauzeren om inkopen te doen en in een theeroom genieten van huisgemaakte abrikozentaart. Daarna vervolgen we onze tocht over de Sella pas naar het hart van de Dolomieten met de Pass Pordoi en Col de Rodella. We parkeren de camper aan de voet van de Pass Pordoi, trekken onze winterjassen aan en nemen de grote gondel die DSCN4995ons omhoog brengt naar 2.900 meter. Boven waait een ijzig koude wind, die ons bijna omver blaast. De grote, grijze wolken hangen vlak boven de gigantische, granieten rotsen en zorgen voor een woeste aanblik van dit onherbergzame landschap. We hebben geluk dat het droog is en de wolken net hoog genoeg hangen om een mooi uitzicht te hebben. We maken een voor mij pittige wandeling richting Rifusio Piz Boë. Ergens halverwege, voel ik me ineens misselijk en moe en
DSCN5022we lassen een pauze in, waarin we brood met een pittig salamiworstje en bergkaas eten. Ik kijk naar een gitzwarte vogel met een gele snavel die brutaal afwacht of hij een hapje van mijn boterham krijgt. Ik vind hem een beetje eng. ‘Hahaha’, zegt Frans, ‘kijk eens achterom’. En dan zie ik dat er nog drie van die zwarte vrienden op nog geen tien centimeter afstand van mij zitten.

We lopen nog een stukje verder, waarbij we over DSCN5025
rotsblokken omhoog klauteren en af en toe gebruik maken van trapjes en stangen om ons aan vast te houden, tot we op de top van een massief komen. Er is nog geen spoor van de hut te bekennen en we besluiten om terug te gaan. Ik ben moe en enigszins bang dat ik het eindstation niet ga halen, vooral omdat we nog een flinke klim voor de boeg hebben. Ik heb de neiging om te snel te willen lopen. Zodra ik mijn tempo verlaag gaat het beter en stapje voor stapje komen we dichter
bij het station van de gondel. Onderweg zien we nog een kleine hut die op de rand van de afgrond gebouwd lijkt te zijn. Hier zijn we een paar jaar geleden via een onmogelijk steil pad naar beneden gelopen. Er loopt een varkentje rond bij de hut die vrolijk knorrend contact met me maakt.

Boven op de pass Pordoi bij de gondel staan we nog even te genieten van het uitzicht als een Nederlandse vrouw ons aanspreekt over hoe mooi het hier is. ‘Ja’, zegt Frans, ‘en vanuit de lucht is het nog mooier. Ik heb hier vorige week gevlogen. Prachtig.’ De vrouw reageert enthousiast. Blijkt dat ze een formatievlieger is. Dit betekent dat ze vanaf 4.000 meter hoogte uit een vliegtuig springt in een vrije val en daarbij met medevliegers in de vrije val een formatie vormt, terwijl ze met een vaart van 200 km per uur naar beneden suizen. Ze had ook wel eens een tandemvlucht met parapenten gedaan, maar vond dit vrij saai. Ongemerkt zijn we flink afgekoeld, terwijl we daar zo in de wind stonden te praten. Bij de camper neem ik eerst een warm kopje thee en dan neemt Frans me mee naar de camping in Campitello. Frans had het al gezegd: de toiletten en de douches zijn hier uitzonderlijk mooi. Ik dacht toen nog: wat kan er zo bijzonder mooi zijn aan een toilet, maar ik moet beamen dat het echt klopt. Het toiletgebouw is zo groot dat je er bijna in kan verdwalen. Elk afzonderlijk toilet bestaat uit een ruimte met een wastafel, toilet en bidet, alles prachtig rond vormgegeven en met leuke fleurige tegeltjes en marmeren wastafels met zeep. De douches zijn heerlijk ruim met een houten bankje, voldoende haakjes om je kleding op te hangen en je kunt de temperatuur en de kracht van de waterstraal zelf instellen.

Of het komt van de kou, de hoogte, de inspanning of een combinatie van alles weet ik niet, maar ik voel me niet zo lekker. Het is een naar en onbestemd gevoel dat ik niet goed kan omschrijven. Volgens Frans komt het gewoon, omdat ik conditie aan het opbouwen ben. Na een warme douche en een voedzame maaltijd door Frans bereid, trek ik weer wat bij. Het is guur en koud buiten en we duiken snel onder ons dikke dekbed.

Vanochtend is de pass Pordoi gehuld in een dik wolkendek en verschuilen de grote, rotsformaties zich onder een grijze mist. Wat een geluk dat we gisteren omhoog zijn gegaan. We rijden naar de Col de Rodella en het hoogste punt van de Sella Pas, maar vandaag ziet alles er mistroostig uit en er waait een gure wind die het bijzonder onaangenaam maakt. We hebben beiden geen zin om onder deze omstandigheden te wandelen en besluiten af te dalen naar het dal waar het vast warmer is. En zo rijden we twee uur later het oude stadje Klausen of Chiusa (alle plaatsen hebben hier een Duitstalige en een Italiaanse naam) in, waar we rondlopen tussen de oude huizen, langs de rivier slenteren en dan bij een oude watermolen op een terrasje pizza en pasta eten. Als ik naar het toilet loop zie ik een bordje met ‘convento’ dat omhoog wijst naar een trapje onder de wijngaarden. We besluiten dit bordje te volgen en zo wandelen we even later via een steil pad door de wijngaarden omhoog naar een prachtige vesting die hoog boven het dorpje uittorent. Eerst komen we bij de ‘Onze Lieve Vrouwenkerk’ die verrassend licht is vanbinnen met een ronde koepel als plafond en vrolijke muurschilderingen heeft. Er hangt een fijne sfeer. Daarna lopen we verder naar het klooster dat een grote ommuurde vesting is met diverse kerken en gebouwen. We genieten even van het uitzicht en wandelen dan via de andere kant terug naar de bebouwde kom.

Na afloop van het parapenten had Frans een klein foutje in zijn parapent ontdekt: ergens was een oogje afgebroken en dat moest worden vervangen. Aangezien de fabriek van zijn UP scherm min of meer op de route ligt, besluiten we hier naar toe te rijden om te kijken of zijn scherm gerepareerd kan worden. We volgen een prachtige route langs Innsbruck, Zirl, Seefeld en Mittenwald naar Garmisch Partenkirchen waar we een campingplaats vinden met uitzicht op de Zugspitze, een 2901 meter hoge, grijze berg. Naarmate we dichter bij Duitsland kwamen werd het weer steeds beter. Op de Brenner was het slechts 9 graden, maar hier is het met 22 graden bijzonder aangenaam.

De doorgang over de Brenner pas was trouwens een bijzondere belevenis: er stond een 20 km lange file van vrachtwagens waar wij als personenwagen gelukkig langs op konden rijden. Ik heb nog nooit zo ontzettend veel vrachtwagens op een rij gezien, er leek geen einde aan te komen. De meeste vrachtwagens hadden de motor uitgezet en de chauffeurs deden een dutje, want het was wel duidelijk dat dit nog uren, zo niet dagen kon duren. Zouden ze aan de grens op vluchtelingen controleren zo vroeg ik me af, of is het normaal dat het zo druk is bij de grensovergang?

We bakken een omelet met tomaat en salami die we buiten voor de camper met uitzicht op de bergen en de prachtig ondergaande zon opeten, terwijl we plannen maken voor de volgende dag. Frans maakt nog even gebruik van de saunafaciliteiten van de camping en dan gaan we vroeg naar bed. Vanuit mijn bed heb ik uitzicht op de bergen. Vanwege de aangename temperatuur laten we de deur open en kijk ik rechtstreeks naar de sterrenhemel.

DSCN5038De lucht is blauw, de zon is warm en we gaan vroeg op pad, want eind van de middag gaat het
weer omslaan en we willen vandaag graag een lekkere wandeling maken. We pakken de kabelbaan omhoog naar de Alpspitze en krijgen een appje van de oudste broer van Frans die in het nabij gelegen Seefeld blijkt te zitten met een vriend. We overwegen nog even om elkaar te ontmoeten, maar daarvoor is de afstand net te groot. Bij de Alpspitze is een grote uitzichttoren DSCN5043gebouwd, waarbij je boven het ravijn hangt. Als je door de gaten in het rooster naar beneden kijkt zie je heel ver onder je de rotsige, witte bodem. Het is net of je vliegt. Ik vind het super cool.

Min of meer bij toeval ontdekken we een intrigerend klein paadje dat langs de machtige rotswand leidt en onze nieuwsgierigheid prikkelt. Al vrij snel verspert een groot rotsblok het pad. Er zijn trapjes gemaakt om er overheen te klauteren DSCN5061en al snel hang ik aan handen en voeten om over het rotsblok heen te komen, aan de andere kant wacht een groene weide met prachtige vergezichten. Na een lunchpauze met brood en kaas hervatten we onze wandeling over het
spectaculaire paadje. Niet veel later komen we bij een passage die er heftig uitziet, maar in de praktijk wel meevalt. Voor de zekerheid houd ik me vast aan de staalkabels die er langs het pad gespannen zijn. En dan komen we bij een in de DSCN5058rotsen uitgehakte tunnel. We hebben geen zaklamp bij ons, maar er is net voldoende licht om iets te kunnen zien. Ik schuifel voetje voor voetje vooruit en maak me klein, maar dat is eigenlijk niet nodig, want de tunnel is behoorlijk ruim.
Halverwege is er ergens een uitstapje met uitzicht over een ravijn. Dan gaat het weer verder in een nieuwe tunnel, totdat we even later met onze ogen staan te knipperen in het felle licht. Er is nu niet meer echt een pad en we achten het allebei te gevaarlijk om zonder klimgordel verder te gaan, dus keren we om en lopen nogmaals deze spectaculaire wandeling. Rond één uur zijn we terug bij de gondel. Ik heb nog wel zin om te wandelen en daarom kiezen we een route uit die ons in ongeveer anderhalf uur DSCN5056naar bergstation Kreuzeck zal brengen. Het blijkt een pittige afdaling te zijn en mijn knieën zijn blij als we na een uurtje bij een hut aankomen met heerlijke ligbedjes. We drinken een Johannisbeer saft en genieten van de zon liggend op onze bedjes als we ineens regendruppels voelen. Binnen tien minuten betrekt de lucht en is het gedaan met het mooie weer. We wandelen snel verder naar het station en pakken de gondel die vanwege de harde windstoten eindeloos langzaam naar beneden gaat. Ik vind het best eng met die harde wind, maar we komen heelhuids aan en gaan op zoek naar de vestiging van UP voor de reparatie van het parapent scherm van Frans.

Terwijl het scherm wordt gerepareerd doen wij een dutje in de camper op een mooi plekje onder de bomen. Rond vijf uur rijden we alvast een stukje huiswaarts. Via de Fernpass komen we nog even in een stukje Oostenrijk om even later via Füssen de Duitse grens weer te passeren. Bij Sulzberg, een klein plaatsje bij Kempten vinden we een verlaten camping waar we het wandelzweet van ons afdouchen en op zoek gaan naar een lekker restaurant. Ik kies een gerecht met ‘Pfifferlingen’ wat een soort paddenstoelen blijken te zijn. Ze smaken een beetje apart en ik ben enigszins huiverig dat er een giftige paddenstoel tussen zit en ik vannacht zwetend en met heftige buikkramp zal wakker worden.  Buiten op het terras loopt een langharig konijn rond. Het meisje dat ons bedient zegt dat het het huiskonijn is dat vrij rondloopt en af en toe een worteltje komt halen. Ik loop even naar het konijn toe, maar ze laat zich niet aaien.

De volgende ochtend willen we vroeg vertrekken, maar de receptie van de camping gaat pas om 8.00 uur open. We zijn al om half acht klaar voor vertrek en besluiten om dan maar eerst boodschappen te doen bij de plaatselijke supermarkt en later terug te komen om de camping te betalen. De supermarkt gaat echter ook pas om 8.00 uur open en zo vertrekken we dan rond half negen richting Ulm. In de buurt van Kassel is een heftig ongeluk gebeurd, waarbij de brandweer uit moet rukken. We staan een tijdje vast in de file en moeten een ‘Rettungsgasse’ vormen voor brandweer en ambulance. Er zijn wat auto’s over de kop geslagen en het ziet er niet plezierig uit. Gelukkig kunnen we na een half uurtje veilig onze weg vervolgen.

Rond zes uur arriveren we in Doetinchem waar we de camper uitpakken en eten koken. Een heerlijke vakantie zit er weer op.

1 reactie

  1. Dat klinkt weer als een heerlijke vakantie! Noord Italië is prachtig, ik geniet van je verhalen. Zo heb ik ook een beetje ‘ vakantie’. Blijf Genieten!

Geef een reactie