Onze twee schattige babykonijntjes zijn uitgegroeid tot flinke, Franse hangoren van ruim vier kilo per stuk, die bijna niet meer samen in één hok passen. Ze zijn dikke maatjes sinds we Coco hebben laten castreren. Het zijn echte knuffelkonijnen, die zich graag laten aaien. Hoewel we ons vast hadden voorgenomen ditmaal consequent te zijn en de konijnen slechts in een afgebakend stukje van de tuin te laten, dartelen ze nu toch door het struikgewas, maken ze binky’s en sprongen in de lucht op het grasveld, knabbelen ze aan grassprietjes en rietstengels, vreten ze alle bloemen op die net met hun prille groen boven de grond uitkomen en graven diepe holen in de zwarte grond, waarna ze met vuile poten en natte oren via het kattenluikje naar binnen komen en de net gedweilde bijkeuken en keuken bevuilen. Vorige week toen Frans en ik samen op kantoor aan het werk waren, renden ze de trap op en kwamen even buurten. Schattig vonden wij dat. Totdat ik opeens geen geluid meer had op mijn computer en het niet meer lukte om de foto’s van het fototoestel op de computer te krijgen en ik, gealarmeerd door een smeulende geur, de draden ging inspecteren en ik een rafelige koperdraad ontdekte die door het kunststof heen naar buiten stak. Shit. Stom. Met al onze konijnenervaring hadden we toch beter moeten weten.
’s Avonds liggen we languit met zijn viertjes op ons bedbankje televisie te kijken. Gezellig. Overdag vermaken de konijnen zichzelf. Opvoedkundig zijn we niet sterk; te inconsequent en te ongestructureerd, vooral ik. Frans is consequenter en geduldiger. Ik stimuleer bij mens en dier vooral zelfstandigheid, zelfredzaamheid én aangeven wat je nodig hebt. Gelukkig zijn Lana en Coco hiertoe prima in staat. Laatst bleven ze maar voor mijn voeten lopen, ik struikelde bijna over ze, totdat ik zag dat hun voerbakje leeg was… (ze konden nog wel gewoon hooi, stro en gras knabbelen hoor!). Zowel Lana als Coco zijn al een keer door het ijs op de vijver gezakt. Ik zag Lana lopen op het dunne laagje ijs dat de vijver bedekte en gilde naar Frans dat hij haar moest redden. Dat deed Frans. Hij was net op tijd om haar uit het water te vissen. Bij Coco zag ik alleen een kletsnat konijn, dat zich spetterend zat te wassen op het grasveld naast een wak in de vijver. Hij had zichzelf in veiligheid gebracht. Ja, van het vrouwtje moet je het niet hebben. Lana is dol op onze rozenstruik en haalt halsbrekende toeren uit om een paar blaadjes te kunnen afknagen. Eerst sprong ze op een tuinstoel, vervolgens hupte ze op de vensterbank en toen liep ze over de schuine, smalle vensterbank naar de rozenstruik om ongegeneerd te genieten van het malse groen.
Onze tuin is een afgekloven en uitgegraven bende, het huis is een half uur na het poetsen alweer smerig, onze apparatuur laat het afweten door afgevreten kabels, toch zijn we heel blij met onze grote, Franse hangoren. Kijk maar.