Tandemvlucht

Het is er dan eindelijk toch van gekomen: ik heb een tandemvlucht in de bergen gemaakt met Frans. Veel mensen denken dat ik regelmatig samen met Frans aan de tandem hang, maar tot nu toe was het altijd bij twee korte liervluchtjes op het veld in Maurik gebleven.
Ik heb een leuk, maar inspannend fietstochtje achter de rug met iemand, die net als ik meer van fietsen dan van paragliden houdt, als we even zitten te kijken bij het landingsterrein van de paragliders. Frans wil nog een rustig tandemvluchtje maken en zoekt een vrijwilliger die met hem mee wil. Dat blijkt geen probleem, er zijn veel mensen die met Frans de lucht in willen. Als ik echter aarzelend lispel dat ik misschien wel mee wil, maakt iedereen ruim baan en moedigt me aan om mee te gaan. Ik twijfel. Ben ik niet te moe? Heb ik niet teveel honger? Is mijn kleding niet te luchtig?

De omstandigheden zijn ideaal wordt me verzekerd. Het zal een rustig avondvluchtje worden. Snel worden voor mij een helm en handschoenen geregeld, ik sprint nog even naar het toilet, prop een mueslireep naar binnen en dan neem ik samen met zeven anderen plaats in het busje dat ons met vliegende vaart omhoog de berg op brengt.

Het busje zet ons na zo’n twintig minuten af bij de startplek waar inmiddels een donkere lucht hangt. Het ziet er dreigend uit. Snel worden de schermen uitgelegd en Frans start één voor één iedereen veilig weg. Dan zijn wij aan de beurt. De startplek ligt er verlaten bij. Alleen wij twee zijn nog over. Frans maakt mijn harnas vast en checkt nog een keer extra of alles goed zit. Dan lopen we de berg af. Met een paar passen hangen we in de lucht en geniet ik van het uitzicht op de steile rotswand onder ons.

In plaats van het rustige glijvluchtje dat me is beloofd, gaan we voor mijn gevoel steeds hoger en hoger. Dat komt blijkbaar omdat er warme dalwind opstijgt. Ik wil echter naar beneden. Ik ben bang om steeds hoger te gaan en denk aan het verhaal waarbij een paraglider in een onweerswolk is gezogen tot een hoogte van 5.000 meter. Shit, denk ik, terwijl ik schuin achter ons een dreigend zwarte lucht zie. ‘Ik wil naar beneden’, zeg ik enigszins paniekerig met een ijl stemmetje, ‘ik ben bang dat we niet meer beneden komen.’ Frans lacht en zegt: ‘er is nog nooit iemand in de lucht gebleven, uiteindelijk kom je altijd weer op de grond terecht.’ Nou ik zal blij zijn als ik weer met beide benen op de grond sta.

We blijven maar rondcirkelen en de mensen op de grond zijn piepkleine stipjes. Ik vraag aan Frans of hij geen ‘oortjes kan trekken’, ik weet namelijk dat dat een techniek is die gebruikt wordt om sneller af te dalen (door al dat gepraat over paragliding denk ik er inmiddels behoorlijk wat vanaf te weten). Frans krijgt ‘de oren’ echter niet goed in het scherm. Normaal helpt de passagier mee door aan de lijnen te trekken, maar die kracht heb ik niet met mijn rechterarm. Dus moeten we gewoon geduld hebben, aldus Frans, die natuurlijk de rust zelve is.

En ja hoor, heel langzaam komt de grond dichter bij, kan ik uit mijn zitje komen en landen we met een kleine plof in het gras, waarbij ik een knielanding maak. Pfff, gelukkig, ik heb het overleefd.

Echt genoten heb ik niet van mijn eerste tandem met Frans, maar ik ga nog wel een keer met hem mee de lucht in. In tegenstelling tot de meeste tandempassagiers, vind ik de start het leukst en niet eng. Ik heb ook geen moeite met de hoogte en geniet van de vergezichten, maar controle freak als ik ben vind ik het vervelend om niet zelf te kunnen bepalen wanneer ik naar beneden ga, om zo afhankelijk te zijn van de omstandigheden, die ook nog eens onverwacht snel wisselen zonder dat je daar iets aan kunt veranderen.

Maar, als ik nog een keer een tandemvlucht maak, zal het met Frans zijn!

IMG_20170510_173840070b3984-de4d-4215-9a0f-be6be58038d9cfc1d836-cdec-468b-9d28-9f4fe00d2ca7

 

Geef een reactie