Zeg me dat het niet zo is

Niet schrikken hoor, want alles is goed met mij.

Zeg me dat het niet zo is 
Zeg me dat het niet zo is 
Zeg me dat het niet waar is

Ga je mee vanavond naar ons lievelingsrestaurant 
Een tafel voor twee 
Ik heb gebeld, ze weten ervan
En we drinken totdat de zon opkomt 
En we vergeten 
De oneerlijkheid van het lot 

Zeg me dat het niet zo is 
Zeg me dat het niet zo is 
Zeg me dat het niet waar is

Kom we gaan trek je jas aan 
Anders wordt het te laat 
Kom eens hier 
Ik houd je vast Ik laat je nooit meer gaan 
En ik vertel je een grap die je laat huilen van de lach 
En we vergeten 
De blikken van de mensen in de stad 

We doen net alsof het niet zo is 
Alsof het niet zo is 
Alsof het niet waar is 

We doen net alsof ze gewoon verder leeft 
Alsof ze gewoon verder leeft

Zelfs als het niet zo is

 

Dit nummer van Frank Boeijen zat in mijn hoofd toen ik enige tijd geleden pijn in mijn onderrug had. De pijn was niet heftig, maar was wel irritant en nadrukkelijk aanwezig. Toen ik mijn lymfetherapeut terloops vertelde dat ik zo’n zeurend pijntje in mijn rug had, zag ik aan haar ogen dat ze schrok. Ze bleef professioneel rustig en suggereerde dat het verstandig was om even contact op te nemen met de oncologie verpleegkundige. Ik wist dat ze dacht aan metastasen (uitzaaiingen). De woorden van mijn oncoloog dreunden in mijn hoofd: ‘vrouwen met borstkanker die pijn in de rug krijgen, moeten – zelfs na tien jaar – niet naar de fysiotherapeut maar naar ons toe komen!’

Hoewel ik diep vanbinnen eigenlijk wel wist dat het waarschijnlijk gewoon wat spierpijn was, ging mijn hoofd ermee aan de haal. Ik bedacht dat ik mijn onderrug moeilijk kon buigen en dat dat waarschijnlijk kwam door de uitzaaiingen die daar aan het woekeren waren. Ik kon eigenlijk niet geloven dat dat echt zo zou zijn, maar dat was geen garantie dat het ook daadwerkelijk niet waar was, zo realiseerde ik mij.
Stel dat ik metastasen in mijn botten heb, zo peinsde ik, dat zou mijn hele wereld op zijn kop zetten, mijn toekomstperspectief met één klap omver gooien, mijn plannen om lezingen en workshops te geven doorkruisen. Het idee van uitzaaiingen zette alles op losse schroeven.

Ik belde met de oncologie verpleegkundige om mijn twijfels voor te leggen. ‘Ik wil eigenlijk weten dat het niet waar is’, zei ik. Ze aarzelde geen moment en stelde een botscan van het hele skelet voor. Hopelijk kunnen we met de botscan bevestigen dat alles goed is, zei ze, en dan kun je daarna rustig naar de fysio met je rugklachten. Ik was erg blij met haar daadkrachtige voorstel. Gewoon even een botscan laten maken om te bevestigen dat alles goed is, dat was precies wat ik nodig had.

Ik moest denken aan twee en half jaar geleden. Toen moest ik nog voor de botscan naar Arnhem. Ik herinner me dat ik het één van de heftigste dagen vond, omdat ik toen nog niet wist of de kanker was uitgezaaid naar andere delen van mijn lichaam. Toen was een ziekenhuisbezoek voor mij nog beladen en zag ik op tegen het onderzoek. Nu – met al mijn ervaring – draai ik mijn hand niet meer om voor een botscan. Eerst een injectie met radioactieve vloeistof, dan thuis even rusten op de bank en veel water drinken en dan terug voor de scan met gammastraling. Een grote, zacht zoemende plaat nadert mijn gezicht tot op een centimeter en glijdt dan vanaf mijn schedel langzaam over mijn skelet naar beneden naar mijn voeten.
Het is niet zo dat ik me op een botscan verheug, maar ik vind het ook niet vervelend. Het personeel is heel vriendelijk en inmiddels ken ik veel medewerkers die altijd bereid zijn even een praatje te maken, dat maakt het bijna gezellig.

In de gang kwam ik bij toeval mijn oncoloog tegen die me vriendelijk groette en me vroeg wat ik hier kwam doen. ‘Nou’, vertelde ik: ‘ik kom voor een botscan’. Hij vroeg of ik me veel zorgen maakte. ‘Ik heb eigenlijk het gevoel dat alles goed is’ zei ik: ‘maar ik heb pijn in mijn rug en ik weet natuurlijk niet hoe het voelt om uitzaaiingen in mijn botten te hebben.’ Ik zag hoe hij z’n ogen een beetje dichtkneep en me bedachtzaam aankeek. Nu is hij aan het inschatten hoe mijn kansen liggen dacht ik.
Ik greep deze onverwachte ontmoeting aan om hem te vragen naar zijn advies over het middel Zoledroninezuur, een bisfosfonaat die wordt ingezet om de kans op uitzaaiingen naar de botten te verkleinen én om osteoporose te voorkomen. ‘Doen’, zei hij resoluut. Mmm, zei ik: ‘als ik het goed begrepen heb, verkleint het de kans op uitzaaiingen naar de botten met twee procent, dat vind ik wel weinig. Dus het werkt maar bij twee van de honderd vrouwen klopt dat?’ ‘Ja’, zei hij: ‘dat is niet veel, maar ik zou het doen tegen de osteoporose. Anders heb je straks als je zeventig bent ingezakte wervels. Je bent tenger én je krijgt hormoontherapie; dubbele kans op osteoporose’. Ik vond het geruststellend dat hij blijkbaar dacht dat ik de zeventig zou halen en zich zorgen maakte over mijn – tegen die tijd – mogelijk ingezakte wervels.

Ik merkte dat de ontmoeting me goed had gedaan. Het was heel prettig om zelfs na twee jaar herkend te worden door de oncoloog die me heeft behandeld, ook al heeft hij me misschien in totaal maar vier keer gezien. Je krijgt het gevoel dat jouw persoonlijke belang telt. Dat je wordt gezien als mens achter de ziekte.

De uitslag van de botscan kregen we een week later. Toen we samen in de wachtkamer van het ziekenhuis zaten vroeg Frans of ik zenuwachtig was. Dat was ik – tot mijn eigen verrassing – eigenlijk niet. Misschien kwam dat ook door de droom die ik ’s nachts had gehad. Hoewel de oncologie verpleegkundige in de droom vertelde dat ze iets kleins hadden gevonden in mijn onderrug, was ik heel rustig onder deze mededeling en voelde het als goed nieuws.

‘Alles is goed’, zei de oncologie verpleegkundige. Ze hadden alleen een kleine scheefgroei, een scoliose, in mijn onderrug ontdekt. Door de opluchting van de uitslag van de botscan, vergat ik te vragen of die scoliose er drie jaar geleden ook al had gezeten of dat het iets was wat zich recent had ontwikkeld. Ik bedacht dat de osteoporose misschien al in gang was gezet en dat mijn eerste wervels al aan het verzakken waren. Toch maar weer eens opnieuw overwegen of ik de behandeling met Zoledroninezuur wil ondergaan. Maar eerst op fietsvakantie langs de Donau en met mijn liefje naar Wenen.

Vrolijke Paasdagen!

IMG_20170413_131222 IMG_20170413_132306

3 Reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *